vrijdag 28 juni 2013

Het leed dat groen heet

Bij ons in huis zijn maar weinig planten te vinden. Dat heeft een duidelijke reden. Planten houden het nooit lang uit in ons huis. Niet eens door grijpgrage kinderhandjes, maar door een verkeerde manier van prioriteiten stellen. Tenminste, voor de plant, dat moge duidelijk zijn.

Of een plant krijgt géén water, of verzuipt. Bemesten hebben we nog nooit gedaan. Hoe weet je wanneer is een bloem uitgebloeid of dat de complete plant inmiddels dood is? Moet ie in (half)schaduw, of is het een fervent zonliefhebber? Die laatste zou handig zijn met ons raam op het zuiden. Ware het niet dat in de zomer zelfs de bladeren van menig vetplant het niet gered hebben en zwartgeblakerd eindigden.

Volgens mij kunnen we wel stellen dat er (nog) geen sprake is van groene vingers in ons huishouden.
Nu heeft onze oudste voor haar verjaardag een vierkante meter tuin cadeau gekregen. Nu is ze eind april jarig en nu, twee maanden na dato, is die vierkante meter tuin nog steeds een rechthoekige stapel planken. Sorry meisje en sorry gulle gevers…
Het plan ligt er om ‘m in elkaar te zetten, en dat gaat ook echt gebeuren. Maar wanneer is nog wel even de vraag.

Wel hebben we onlangs een “prijs” gekrast bij de plaatselijke Hema. Een pronkboon. Mochten we zelf uitkiezen. Kinderen helemaal gelukkig om te mogen zaaien. Dagelijks kijken of er al iets groens in de bloempot te vinden was en in de gaten houdend of de plant dorst had of niet. Hoe groot de vreugde toen de eerste sprietjes er waren en de plant groter en groter werd. Uiteindelijk dus een educatieve, leerzame en voedzame prijs. Voedzaam als er ooit nog eens bonen aan groeien in plaats van alleen blad, zoals nu het geval is.

Helemaal leuk en goed gedaan voor de kinderen, maar dan de meest belangrijke vraag. Wat is een pronkboon eigenlijk? Zojuist even opgezocht, leuk plantje. Hoewel plant een betere omschrijving is. Normaliter wordt de klimmende pronkboon aan bonenstaken geteeld. Deze zijn zo’n drie meter lang. Euh… oké… Dat past dus heel slecht in de huiskamer. En ik betwijfel of de boon zelf wel zo gelukkig wordt van het meegeleverde bloempotje, laat staan echt gaat pronken.

Verdere informatie gaat erover dat er twee bonen per staak geplant kunnen worden en dat de plantafstand tussen de staken dertig tot vijftig centimeter hoort te bedragen. Ook hier zit het goed fout. In ons pronkbonenpotje zijn zo’n tien bonen geplant. Let wel, het gaat hier over een bloempot met een diameter van maximaal vijftien centimeter.

Misschien is dit ook wel een typisch voorbeeld van waar wij precies de mist in gaan. In plaats van de gebruiksaanwijzing te volgen, moeten we de volgende keer maar eens echt nagaan wat we in huis gehaald hebben en wat de zorg- en voederinstructies zijn. Of, nog beter, van te voren even checken. Komt die smartphone van een paar blogjes terug ook eens van pas als we in de winkel staan.

Voor nu staat ons boontje maar even in de tuin. Gewoon op de tafel. De plant zag er binnenshuis alles behalve gelukkig en gezond uit en er zwermden wat fruitvliegjes omheen. (zouden die niet doorhebben dat het om een groente gaat en niet om fruit?) 
Misschien dat zowel de pronkboon als de vliegjes de frisse buitenlucht kunnen waarderen.
Van het weekend gaan we ons maar eens bezinnen wat we met onze groeiende, groene vriend gaan doen. Drie meter hoge staken wil ik ook niet in de tuin, maar of de grote verdwijntruc een optie is? Vraag me af of de kinderen me dat gaan vergeven.

Wel zijn tips voor onze volgende aankoop alvast welkom. 
Nog even een een geruststelling voor menig lezer, we zullen ons ver van honden, katten of vissen houden.

zondag 16 juni 2013

Een dag uit het leven van...

Af en toe ben je het als moeder ook wel eens zat. Niet dat je gillend het huis uit rent, want dat doen moeders niet, maar qua gevoel zou het soms een optie kunnen zijn.

Manlief en ik werken allebei vier dagen. Best pittig met drie kinderen. Hij werkt negen uur per dag en ik een krappe acht uur. Om die negen uur vol te kunnen maken en ’s avonds gewoon mee te kunnen eten gaat de wekker op zijn werkdagen om half zes. Om kwart over zes is hij dan de eerste die het huis verlaat.

Gevolg is dat deze moeder het ochtendritueel in haar eentje draait. Een schoolkind, een kleuter en een baby.

Het schoolkind is zelfstandig en heeft, op eten na, weinig aansporing nodig. Wel met de kanttekening dat ze een overduidelijk ochtendhumeur heeft, dus mama mag niet te veel vragen.

Onze kleuter daarentegen heeft alle aansporing nodig die er maar is. Waar mama uiteindelijk haast heeft zal hij, nog in zijn onderbroek gezeten, rustig zijn ontbijtje wegwerken. Hoe bedoel je, het is tijd om te gaan? Daar weegt tegen op dat het gelijk de clown van de familie is die met zijn opmerkingen al snel je eigen humeur ook weer opvijzelt.

De baby van de familie heeft, over het algemeen, alleen wat te zeggen over het tijdstip van wakker worden. Met een grote lach wordt je begroet. Na de fles verdwijnt ze in de box, alleen om er vlak voor vertrek weer uitgehaald en in de maxi-cosi gezet te worden.

Iets voor achten, HOERA! Alles en iedereen in de auto? Tempo naar het kinderdagverblijf. Onze jongste wordt na een overdracht van enkele minuten achtergelaten en we racen door naar de volgende locatie. Een parkeerplek zoeken, meestal met het nodige gevloek van mama (binnensmonds uiteraard). Spullen verzamelen en snel de twee klassen bezoeken om de oudste twee van ons gezin af te leveren.
Half negen en door naar het werk…

Om iets voor negenen parkeer ik de auto en zoek ik mijn collega's op. Sommigen van hen kijken me nog steeds raar aan als ik twee koppen koffie tegelijk tap, maar geloof me, dat is pure noodzaak. Bij aankomst op het werk ben ik al zo’n drie uur up and running, en nee, ik heb in die drie uur geen tijd om aan de koffie te zitten.

Aan de slag dan maar! Soms, illegaal, zonder een pauze, maar vaak probeer ik mezelf die rust dan nog net wel te geven. Uiteindelijk verlaat ik tussen vijf uur en half zes het pand en begint een omgekeerd ritueel. Gelukkig is manlief er ook nog en haalt hij de oudsten bij de buitenschoolse opvang op. Zodoende hoef ik alleen langs het kinderdagverblijf om ons kleine aapje op te halen.

Thuisgekomen eten maken, al scheidsrechterend opeten en dan aansluitend douchen en naar bed voor de kinderen. Mama gooit er nog een (of twee) wasje in, papa ruimt af en zorgt dat het beneden enigszins aan kant raakt. ’s Avonds nog even een was vouwen, strijken en al die andere dingen waar je met werk en drie kinderen thuis geen rust of tijd voor hebt.

Dit is zomaar een dag en, om eerlijk te zijn, goed te doen als alle neuzen dezelfde kant op wijzen. Helaas leven we niet in een sprookjesland en zijn de dagen van pure harmonie ver te zoeken.

Als de kinderen alle windrichtingen uitgeschoten zijn, het op je werk allemaal tegen lijkt te zitten, manlief en jij ruis op de lijn hebben, dan heeft ook deze “supermama” er ook wel eens genoeg van. 

Tijd om te gaan hardlopen of, als dat geen optie is, de oren gewoon te sluiten en op de negeerstand te gaan. Werk echt… afgekeken van onze zoon.