vrijdag 27 december 2013

Byebye 2013!

Zo aan het einde van het jaar voelt het ook echt als een afsluiting. De stormen kondigen aan dat het genoeg is geweest en het zou me niets verbazen als we eerdaags overgaan op het echt koude weer. Die min-heel-veel-temperaturen die we de laatste jaren wel vaker voorbij hebben zien komen op de buitenthermometer.
Zouden we sneeuw krijgen? Dit jaar zit het er niet meer in, of de weermannen en –vrouwen moeten zich wel heel erg vergissen. Iets dat me ook niet zou verbazen trouwens.

Kijk je naar het bedrijfsleven dan is er één gouden regel in december. Het werk moet af. Hoewel af… Ik heb nog nooit ergens gewerkt waar af ook echt af is. Altijd ligt er nog wel iets op de stapel, zijn er laatste uitzoekklusjes, klanten te bellen en ga zo maar door. 
Dit jaar is 31 december ook echt de laatste werkdag, tenminste ik zal die dag op het werk aanwezig zijn. Anderen hebben fijn twee weken vrij, ik heb versnipperd een paar dagen vrij.
Mijn mailprogramma krijgt dan alvast een nieuw archief om in het nieuwe jaar te gebruiken, berichten worden opgeschoond en datzelfde geldt voor de bestanden welke terug te vinden zijn op de harde schijf en op het netwerk. Soms heeft het geen zin om dingen te bewaren. Daar nemen we dan ook gewoon fijn afscheid van door middel van een shift-delete.
Hoe fijn zal het zijn om straks van start te gaan in een lege mailbox. Hoewel ik weet dat dat een Utopia is, aangezien er vast nog wel een skelet van dit jaar uit de kast komt rollen tegen die tijd.

Het Kerstfeest is inmiddels gevierd. Berichten van vrienden en familie zijn verstuurd en ontvangen. Of dat nu het standaard “Fijne feestdagen” is, of dat iemand een persoonlijke noot erop schrijft, het idee dat iemand aan je denkt en jou die kaart stuurt is vaak al genoeg om je een warm gevoel van binnen te geven. Maar die persoonlijke tekstjes, die geven juist de mooiste en dankbaarste reacties. Wat je geeft krijg je ook weer terug van mensen.

Samen met je naasten reflecteer je de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Wat is er gebeurd? Wat was waardevol en bijzonder? Welke dingen neem je mee en draag je uit naar anderen? Zelf vind ik het mooi om met Kerst terug te denken aan de dingen die uiteindelijk niet zo vanzelfsprekend waren of zijn.

Het vooruit kijken naar het komende jaar, dat komt voor het gros pas een week later.  
Ik ben al wel bezig met de dingen die ik graag anders zou willen doen. Daarnaast ben ik me bewust dat een en ander gewoon ook niet te plannen valt. Neem bijvoorbeeld die gewenste drie keer hardlopen in de week. Niet minder dan “mürderisch” voor een moeder met drie kinderen. Een moeder die ook nog eens vier dagen werkt. Maar misschien kan ik soms fietsend naar het werk waardoor ik één dag lichaamsbeweging al te pakken heb.

Ooit komt het vast wel weer dat een vrije dag ook echt Shirley-tijd betekent. Planning in deze is alles. Alleen houden kinderen, manlief, werk, huishouden zich soms niet aan mijn agenda. 
Nu heb ik me voorgenomen dat wat mogelijk is mooi meegenomen is. Wat niet kan, kan om een reden niet. Voor mezelf het besluit genomen om dat te accepteren en me te realiseren dat ik niet Supervrouw ben.

Gelukkig zijn er ook veel dingen die ik niet zou willen veranderen. Contacten met teruggevonden familie, oude vrienden, nieuwe vrienden en het gevoel van blijdschap en geluk als ik aan deze personen denk.

Voor dit moment schuiven we een geplande acceptatie van mijn niet-Supervrouw-zijn toch nog maar even aan de kant.

Nog even door bikkelen met onrustige kindjes, korte nachten, een verjaardag van een puberende bijna vijfjarige in het verschiet en daaropvolgend in het nieuwe jaar nog een kinderfeestje, de nodige blogjes en ga zo maar door. 
Wat dat aangaat hoef ik me niet te vervelen en zal er volgend jaar rond deze tijd vast weer genoeg te overdenken zijn.

woensdag 11 december 2013

Draagmama-maffia?

Soms kom je er pas na drie keer achter wat voor jou werkt. Zo ook hier.

Als een (extreem)prematuur ergens behoefte aan heeft is het contact. In de vorm van hand opleggen in de couveuse, het buidelen als dat eenmaal mogelijk is, het praten, liedjes zingen voor hem of haar, alles wat je maar kan bedenken als niet stressvol. Want wat die kleintjes in de eerste periode (dagelijks) doormaken is genoeg voor een volwassene om de handdoek na een paar uur al in de ring te gooien.
Elk handeling, elk geluid kan als prikkel, of erger een negatieve prikkel, ervaren worden. Het verschonen van een luier, het overleggen van couveuse naar borst en na het buidelen weer terug, het in bad doen. Om nog maar te zwijgen van infusen, bloedprikken, scans, oogtesten, hielprikken en wat al nog niet meer.

Hoe gek is het dan ook dat ik als moeder zijnde er nooit bij stil gestaan heb hoe dat lichamelijke contact zoveel mogelijk door te laten lopen na thuiskomst. Gewoonweg omdat je hoofd vol zit van alles wat je hebt meegemaakt, het spannend blijft met een kindje dat een compleet andere start heeft gehad dan je gewenst had.
Je bent gewend, net als een groot gedeelte van de versbakken vaders en moeders, je kindje in de wandelwagen te vervoeren. Zo kan de kleine heerlijk slapen als je een wandeling maakt. Maar dat lichamelijk contact is dan wel gelijk weg.

Uiteindelijk op een vakantie door een lieve vriendin verwezen naar de doeken en de ergonomische draagzakken. Zelf hadden we een niet zo ergonomische variant te leen en na wat zoekwerk op internet kwamen we er inderdaad achter waarom niet alles “ergonomisch” genoemd kan en mag worden. Niet alleen voor de kleine, maar ook zeker voor de papa of mama die draagt. Laten we realistisch zijn, je hebt niets aan rugpijn met één, twee, drie of meer kinderen onder de tien jaar.

Een uitstapje naar een inloopochtend bij een draagconsulent leverde een mooie Tula draagzak op. En eigenlijk was ik na de eerste keer uitproberen al verkocht. Op de buik, het hoofdje van ons meisje heel dicht bij me zodat ze mijn ademhaling en hartslag kan horen en voelen. De eigenlijk constante omhelzing waar ze zich in bevindt en het hoofdje waar je makkelijk een kus op de kruin kunt geven en haar eigen luchtje kan ruiken.
Heel vaak draag ik haar nog op de buik, dat is qua gewicht ook nog steeds goed te doen. Maar steeds vaker komt het rugdragen nu om de hoek. En ook dat vinden we beiden fijn.

Vanaf dat eerste moment heeft ons aapje eigenlijk niet meer in de wagen gezeten. Tenminste niet bij mij. Bij papa is het nog een iets ander verhaal…
Hoe fijn is het om niet te hoeven zoeken naar een lift. Geen probleem te hebben met vastlopende wielen in zand of op bosgrond. Manoeuvreren op drukke plekken behoort tot het verleden en je kindje hoeft niet bij iedereen het kruis in te kijken (Ja, sta daar maar eens bij stil… Wat ziet een kind eigenlijk als het in de wagen zit?)

Weet je wat ik nu alleen zo jammer vind? Dat ik vanuit het ziekenhuis dit nooit als tip mee heb gekregen. Dat ze al 13 maanden was toen we de overstap naar de Tula maakten en zij en ik dus die eerste maanden qua dragen gemist hebben. En achteraf gezien had ik die kleine ook graag in een doek gedragen. Iets wat ik nog steeds eens wil proberen als ik met vriendin M. ga meeten. Een plan dat in 2014 uitgevoerd gaat worden (dan weet je dat alvast meid!).

Val ik onder de draagmama-maffia? Misschien in de ogen van sommigen wel. Maar ik vind mezelf vooral een grote enthousiasteling. En onze derde is het daarmee eens gezien de grote lach als ze de Tula ziet.