zaterdag 19 april 2014

Paashazerij

Doen jullie daaraan? Paaseieren? En dan niet de chocoversie als cadeautje van de Paashaas voor de kinderen. Nee, ik bedoel het verstoppen van Paaseieren. Of het verven.

In de zeven jaar dat ik nu moeder ben hebben mijn kinderen maar één keer zelf eieren geverfd. Misschien twee keer Paastakken in huis gehad. En eieren zoeken? Dat nog nooit.

Ze komen thuis met de mooiste creaties. Paasmandjes, geborduurde eieren, tekeningen, schilderwerkjes en ga zo maar even door. Maar allemaal op school, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang gefabriceerd.
Gisteren zelfs bij de buitenschoolse weg met een Paasservet. En daar zielsgelukkig mee zijn. Tot thuiskomst, als ze op de trap belanden. En als mama ze dan in een zelfgemaakt Paasmandje stopt, dan is dat natuurlijk weer het stomste idee ooit.
Ik kan het ook weten. Als je thuis niets aan Paas-knutselen doet, moet je ook niet zo bijdehand iets in een mandje stoppen. Mama snapt er niks van.

Bij het verven van eieren vraag ik me altijd af waarom die van de supermarkt van binnen er nog uitzien als een gewoon, appetijtelijk eitje.
Als ik naar eigen geverfde eieren kijk als ze eenmaal ontdaan zijn van het geverfde schilletje… dan spreken die rode, groene of blauwe strepen en vlekken op het eiwit me altijd toch wat minder aan. Waarom lukt het Appie wel en heb ik een soort van dioxine ei als resultaat? En waterverf. In Nederland. Die eieren hoef je dan ook niet buiten te verstoppen. Voordat je ze gevonden hebt is de kleur uitgelopen of eraf gespoeld. Hoewel dat dan weer niet voor de binnenkant geldt.

Die Paastakken waren wel een succes. Net als de Kerstboom vinden kinderen het geweldig om ze te versieren. Waarom dan niet? Omdat ik elk jaar er aan denk op een moment dat de winkels dicht zijn of zelfs pas als het al Pasen is. Mocht ik er wel een keer aan denken dan moet ik nieuwe decoratie niet vergeten, want hoewel speelgoed maar aan jongt bij ons thuis, de spulletjes die je maar eens per jaar nodig hebt lossen juist op in het niets.

Morgen hebben we wel een Paasbruch. Met lekkere broodjes, een chocolade Paashaas en eieren. En hoewel het vroeger bij een brunch bleef, pakken we sinds een aantal jaar ’s avonds ook meer uit. Dus in dit weekend komt de plaat echt nog wel op tafel om lekker te gourmetten. 
We zijn dus niet helemaal Paasgestoord mocht ik dat idee gegeven hebben. Maar karig is het wel als ik het allemaal zo eens op een rij zet.

En weet je, ik kan een heleboel redenen bedenken over waarom het niet van de grond komt hier in huis. Maar misschien moet ik me eens bedenken waarom het wel van de grond moet komen. Moet ik straks, vlak voor het slapen gaan, met een twintigtal choco-eitjes door de woonkamer struinen en ze her en der verstoppen. Want ik vond dat vroeger ook leuk. Dus dat zal vast ook voor mijn kinderen gelden.


Tijd voor sport

Al een tijdje waren we aan het denken over wat zoonlief nog meer aan activiteiten zou kunnen doen. Energie te over en die één keer zwemmen in de week helpt niet om het kwijt te raken.

Voor een jochie van vijf zijn er legio mogelijkheden tot sporten. Maar zijn al die opties ook echt wat voor óns jochie? Een spring-in-het-veld, typisch karaktertje, grote muil ieniemienie hartje, discipline is voor watjes, mietjes, doetjes en sukkels.

Meermalen hebben we hem gevraagd wat hij leuk zou vinden. Want het is natuurlijk wel iets wat hem aan moet spreken. Er is echter zoveel leuks te doen, dat het maar moeilijk kiezen is. Deze mama is dus achter de laptop gekropen om na te gaan wat er allemaal aan sporten voor vijfjarigen hier in de buurt zijn. Want, hij moet het leuk vinden, maar als de afstand van huis tot sport niet grappig is ben ikzelf ongelukkig aan het eind.

BMX-crossen leek me wel iets voor onze fiets-o-fiel. Maar blijkbaar is dat in de provincie Utrecht maar heel beperkt qua aanbod. Waar in sommige provincies het lijkt alsof elk zichzelf respecterend dorp een crossbaan en –club heeft, hier ben ik algauw verplicht tot langere afstanden.
Maar goed dat ik dit nooit de lucht in gegooid heb als optie bij het manneke. Als dat dan niet door gegaan was had ik zijn hart gebroken.

Naast het crossen en het, geijkte, voetballen, speelde judo al een tijdje door mijn hoofd. Geen vechtsport maar juist een verdedigingssport.  Goed voor de motoriek, discipline, energieverbruik en ga zo nog maar even door.
Natuurlijk kreeg ik, na introductie bij de kleine man, de vraag wat judo is. Snel denkwerk van mama en de uitleg “stoeien” kwam er vlot uit. Of beter "leren stoeien". Want hij zou ook moeten luisteren naar de meester. Als je niet luistert kan je anderen pijn doen of wordt je pijn gedaan.
Nou dat snapte hij wel. Met een knik nam hij het verhaal op en de afspraak voor de proefles stond.

Vorige week zaterdag was het zover. En voor de les daadwerkelijk begint wist hij al: “Ik wil op judo!”. Logisch als je heerlijk kan spelen met andere kinderen. Maar ik moet zeggen dat ook toen de les eenmaal van start gegaan was hij het echt super gedaan heeft. Hij deed mee. Hij luisterde (soms). Hij had plezier.
Aan het einde van de les wilde hij nog steeds op judo. Oké! We hebben een sport! Deze mama deed een klein rondedansje in haar hoofd.

Gelijk die dag op zoek gegaan naar een judo-pak. Op marktplaats was het aanbod schaars. In onze regio helemaal niets, maar uiteindelijk in Drenthe een pak in de benodigde maat te koop. Ook nog voor een leuk prijsje.
Een lieve tante uit dezelfde Drentse plaats die het wel op wilde pikken voor ons. Mocht het tot een deal komen. Dan zou zus van tante het oppikken in Friesland waarna het met de trein mee naar de provincie Utrecht zou komen waar ik het op zou halen bij de betreffende zus van tante. En dat allemaal voor de volgende les. Wereldreis-constructie dus.

Gelijk een bod en een mail de deur uit en op zondag werd ik gebeld. Het knulletje van wie het pak was wilde er liever nog een euro extra voor hebben, maar dan was het pak voor ons. Tja, dat was een deal (wie ben ik om een jochie een extra euro te ontzeggen)! Drents knulletje blij, ons knulletje blij. Toch?!

Bijna… Want toen kwam het. “Mama, ik heb me vergist. Ik wil niet op judo.” Dus…

Sommigen zullen het niet begrijpen, anderen wel. Die mededeling, daar hebben wij even geen boodschap aan gehad. Doorpakken voor gevorderden. Knul mag, nee moet, eerst een maand proberen. En na een week vergissen en geen judo heeft hij vandaag zijn eerste echte les gehad. Volledig voorzien van judo-pak.

Hij heeft genoten!


donderdag 3 april 2014

To pee or not to pee...

Hoe doen moeders van jongetjes dat? Onze oudste twee zijn inmiddels, na veel zweet en tranen (gelukkig geen bloed) van papa en mama, zindelijk geworden. Dochterlief is erg netjes, doet haar ding en klaar. Je hoeft je niet te schamen voor een volgende toiletbezoeker.

Zoonlief is daar iets anders in. Nee, zittend plassen gaat prima, vergis je niet. Maar staand plassen, dat is nu echt grote-kerel-gedrag. En als onze boef ergens gevoelig voor is, is het wel het idee dat hij de grootste kerel in huis is.

Net als het zindelijk worden heeft hij het staand plassen zichzelf dus ook maar even en passant aangeleerd. Heel knap, je wil iets, je probeert het, het lukt, dus kan je het. Als je iets eenmaal kan, dan moet het kunstje vaak herhaald worden. Helemaal mee eens, maar soms vergeet meneer in zijn enthousiasme het een en ander. Neem bijvoorbeeld het vasthouden. Naar wat ik begrepen heb toch wel een essentieel iets als je wil richten. Om hem te motiveren heb ik al aan zo’n vlieg zitten denken… Je weet wel. Die je in de pot kan plakken. Maar waar haal ik zo’n ding?

Ook het idee dat hij de omhoog staande bril vast moet houden heeft gevolgen voor zijn concentratie ten aanzien van het plassen. Want het is wel heel lastig om twee handen tegelijk te gebruiken.

Dan nog de afleiding op het toilet. Want als je daar bent, ben je dus niet in de huiskamer. Gebeurd er daar iets en meneer besluit er het fijne van te willen weten, dan draait hij zich gerust half om. Plassend en al.
Of hij denkt dat hij al klaar is waarna hij wegdraait om een papiertje te pakken, alleen kwam er toch nog wat uit.

Regelmatig hebben we het toilet in ondergelopen staat aangetroffen. Natuurlijk nooit op een moment dat je toch van plan was te dweilen. Niks hoor. Altijd als je net die dweil weer opgeborgen hebt. Of erger, als je haast hebt.
Menigmaal  werd de ochtendspits nog drukker door een extra schoonmaaksessie van het toilet. Uiteraard op een ochtend waarop je zelf niet vooruit te branden bent, de kinderen hun eigen plan getrokken hebben en je woonkamer er binnen vijf minuten bij binnenkomst als oorlogsgebied uitziet.
Aan het einde van de dag, als je nog maar één doel hebt, slapen! Dat is zo’n moment waarop je erachter komt dat het richten in de wcpot op de badkamer net zo min lukt als op het toilet beneden.

Voor nu moet zoonlief eerst maar eens rustig zittend plassen en dan ook maar eens tot vijf of tien tellen als hij eenmaal het idee heeft klaar te zijn. Zo plast hij goed uit.
We hebben hem de hemel in geprezen dat hij het kan, maar nu moeten papa en mama in actie komen om zijn enthousiasme wat in te dammen en hem de echte techniek aan te leren.

Hoewel deze mama geen flauw idee wat die techniek moet zijn en me het idee bekruipt dat ik dit stuk opvoeding gewoon volkomen door papa op moet laten pakken. 
Inclusief gedweil.


dinsdag 1 april 2014

Eet-iquette

Onze oudste is een dametje dat zo ongeveer alles weigert te eten. Met zo ongeveer alles bedoel ik ook letterlijk dat. De uitzonderingen als Patat, Pizza, Pannenkoeken en Poffertjes zullen de meeste ouders niet verbazen, maar groenten, die vallen compleet buiten de P-categorie.
Inmiddels zijn we er achter dat we met rauwe paprika, komkommer, wortel  en tomaat nog enigszins de vitamine-huishouding op peil kunnen houden. Wel zonder dressing of iets, want sausjes en dergelijke dat hoeft mevrouw niet. En haal het al helemaal niet in je hoofd om de genoemde rauwkost gaar op te dienen.

Regelmatig vliegt het zinnetje “Dat is vies!” over tafel. Bijna zeven jaar proberen we haar nu al duidelijk te maken dat eten niet vies is. Dat er dingen zijn die ze lekker vindt en lust, of juist niet. In al haar wijsheid blijft ze echter hardnekkig vasthouden aan het idee van vies eten. Om horendol van te worden.

En weet je wat dan nog het meest frustrerend is? Als je weer een of ander tijdschrift over baby’s en moederschap openslaat en het gaat over het eten van de lieve spruit. De standaard, en per blad elkaar tegen sprekende, tips kan ik dromen en zijn 0,0 effectief gebleken.  
Consequent zijn, niet dwingen, wel dwingen, negeren, belonen, straffen en blijven proberen, alles hebben we aangegrepen en getest op onze Diva. Uiteraard niet allemaal tegelijk mocht je je dat afvragen. Hoewel het uiteindelijke effect waarschijnlijk hetzelfde was geweest. Alles behalve eten.
En dan menig triomfantelijke zinnetje van de gemiddelde voedingsdeskundige aan het eind van zo'n item: “Uiteindelijk gaan ze echt eten.” 
Ja, inderdaad, ze eet echt… Patat, Poffertjes, Pizza en Pannenkoeken.

Als baby/dreumes presteerde onze meid het om een jaar lang elk brood te weigeren waar geen appelstroop op zat. En met weigeren bedoel ik ook echt weigeren. Ze heeft zich nooit met honger gemeld. Ook als ze de dag erna weer geen brood met appelstroop kreeg. Wij hebben uiteindelijk maar eieren voor ons geld gekozen en haar in ieder geval laten eten. Gedurende dat jaar hebben we regelmatig gecontroleerd of er niet al een appelkruintje begon te groeien op haar hoofd.

Ook hebben we haar nog lang bijgevoed met papflessen, vooral om haar een beetje op gewicht te krijgen en houden. Nu hoor ik al een aantal mede-ouders, of erger voedingsdeskundigen, denken dat ik precies daar de fout ingegaan ben. Nou geloof me… Toen die flessen eenmaal afgebouwd waren viel ze ’s avonds inderdaad gewoon in slaap. Ook zonder een fatsoenlijke hap gegeten te hebben. Het zal onze Diva een biet, vergeef me de woordspeling, zijn of ze eet of niet.

Je kan je misschien voorstellen dat je, na zoveel jaar, de frustratie beu bent en ook weer een gezellige maaltijd wil beleven. Wat dat betreft heeft ze het aardig voor elkaar gekregen inmiddels. Haar vader en ik zijn een stuk makkelijker geworden. Rauwkost staat bijna standaard op tafel, we wisselen zaken die ze niet lust (“vies” vindt…) af met eten waar ze wel enigszins warm voor loopt. We vragen of ze wat wil proeven en proberen ons niet te laten frustreren door wederom een weigering.
Uiteindelijk werkt deze eet-iquette van ons nog het best. De focus op het niet eten is weg. Positief ook voor de andere twee kleine tafelgenootjes die al aardig kopieergedrag begonnen te vertonen.

Eigenlijk bewonder ik haar volharding ook nog enigszins, hoewel ik het op dit vlak niet begrijp. Het geeft aan dat ze een sterk karakter heeft en weet wat ze wel of niet wil.
Dus een ding weten we zeker, onze Grande Dame laat zich de kaas niet van het brood eten. Of juist wel… om zo een broodje appelstroop te kunnen bemachtigen.