vrijdag 27 december 2013

Byebye 2013!

Zo aan het einde van het jaar voelt het ook echt als een afsluiting. De stormen kondigen aan dat het genoeg is geweest en het zou me niets verbazen als we eerdaags overgaan op het echt koude weer. Die min-heel-veel-temperaturen die we de laatste jaren wel vaker voorbij hebben zien komen op de buitenthermometer.
Zouden we sneeuw krijgen? Dit jaar zit het er niet meer in, of de weermannen en –vrouwen moeten zich wel heel erg vergissen. Iets dat me ook niet zou verbazen trouwens.

Kijk je naar het bedrijfsleven dan is er één gouden regel in december. Het werk moet af. Hoewel af… Ik heb nog nooit ergens gewerkt waar af ook echt af is. Altijd ligt er nog wel iets op de stapel, zijn er laatste uitzoekklusjes, klanten te bellen en ga zo maar door. 
Dit jaar is 31 december ook echt de laatste werkdag, tenminste ik zal die dag op het werk aanwezig zijn. Anderen hebben fijn twee weken vrij, ik heb versnipperd een paar dagen vrij.
Mijn mailprogramma krijgt dan alvast een nieuw archief om in het nieuwe jaar te gebruiken, berichten worden opgeschoond en datzelfde geldt voor de bestanden welke terug te vinden zijn op de harde schijf en op het netwerk. Soms heeft het geen zin om dingen te bewaren. Daar nemen we dan ook gewoon fijn afscheid van door middel van een shift-delete.
Hoe fijn zal het zijn om straks van start te gaan in een lege mailbox. Hoewel ik weet dat dat een Utopia is, aangezien er vast nog wel een skelet van dit jaar uit de kast komt rollen tegen die tijd.

Het Kerstfeest is inmiddels gevierd. Berichten van vrienden en familie zijn verstuurd en ontvangen. Of dat nu het standaard “Fijne feestdagen” is, of dat iemand een persoonlijke noot erop schrijft, het idee dat iemand aan je denkt en jou die kaart stuurt is vaak al genoeg om je een warm gevoel van binnen te geven. Maar die persoonlijke tekstjes, die geven juist de mooiste en dankbaarste reacties. Wat je geeft krijg je ook weer terug van mensen.

Samen met je naasten reflecteer je de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Wat is er gebeurd? Wat was waardevol en bijzonder? Welke dingen neem je mee en draag je uit naar anderen? Zelf vind ik het mooi om met Kerst terug te denken aan de dingen die uiteindelijk niet zo vanzelfsprekend waren of zijn.

Het vooruit kijken naar het komende jaar, dat komt voor het gros pas een week later.  
Ik ben al wel bezig met de dingen die ik graag anders zou willen doen. Daarnaast ben ik me bewust dat een en ander gewoon ook niet te plannen valt. Neem bijvoorbeeld die gewenste drie keer hardlopen in de week. Niet minder dan “mürderisch” voor een moeder met drie kinderen. Een moeder die ook nog eens vier dagen werkt. Maar misschien kan ik soms fietsend naar het werk waardoor ik één dag lichaamsbeweging al te pakken heb.

Ooit komt het vast wel weer dat een vrije dag ook echt Shirley-tijd betekent. Planning in deze is alles. Alleen houden kinderen, manlief, werk, huishouden zich soms niet aan mijn agenda. 
Nu heb ik me voorgenomen dat wat mogelijk is mooi meegenomen is. Wat niet kan, kan om een reden niet. Voor mezelf het besluit genomen om dat te accepteren en me te realiseren dat ik niet Supervrouw ben.

Gelukkig zijn er ook veel dingen die ik niet zou willen veranderen. Contacten met teruggevonden familie, oude vrienden, nieuwe vrienden en het gevoel van blijdschap en geluk als ik aan deze personen denk.

Voor dit moment schuiven we een geplande acceptatie van mijn niet-Supervrouw-zijn toch nog maar even aan de kant.

Nog even door bikkelen met onrustige kindjes, korte nachten, een verjaardag van een puberende bijna vijfjarige in het verschiet en daaropvolgend in het nieuwe jaar nog een kinderfeestje, de nodige blogjes en ga zo maar door. 
Wat dat aangaat hoef ik me niet te vervelen en zal er volgend jaar rond deze tijd vast weer genoeg te overdenken zijn.

woensdag 11 december 2013

Draagmama-maffia?

Soms kom je er pas na drie keer achter wat voor jou werkt. Zo ook hier.

Als een (extreem)prematuur ergens behoefte aan heeft is het contact. In de vorm van hand opleggen in de couveuse, het buidelen als dat eenmaal mogelijk is, het praten, liedjes zingen voor hem of haar, alles wat je maar kan bedenken als niet stressvol. Want wat die kleintjes in de eerste periode (dagelijks) doormaken is genoeg voor een volwassene om de handdoek na een paar uur al in de ring te gooien.
Elk handeling, elk geluid kan als prikkel, of erger een negatieve prikkel, ervaren worden. Het verschonen van een luier, het overleggen van couveuse naar borst en na het buidelen weer terug, het in bad doen. Om nog maar te zwijgen van infusen, bloedprikken, scans, oogtesten, hielprikken en wat al nog niet meer.

Hoe gek is het dan ook dat ik als moeder zijnde er nooit bij stil gestaan heb hoe dat lichamelijke contact zoveel mogelijk door te laten lopen na thuiskomst. Gewoonweg omdat je hoofd vol zit van alles wat je hebt meegemaakt, het spannend blijft met een kindje dat een compleet andere start heeft gehad dan je gewenst had.
Je bent gewend, net als een groot gedeelte van de versbakken vaders en moeders, je kindje in de wandelwagen te vervoeren. Zo kan de kleine heerlijk slapen als je een wandeling maakt. Maar dat lichamelijk contact is dan wel gelijk weg.

Uiteindelijk op een vakantie door een lieve vriendin verwezen naar de doeken en de ergonomische draagzakken. Zelf hadden we een niet zo ergonomische variant te leen en na wat zoekwerk op internet kwamen we er inderdaad achter waarom niet alles “ergonomisch” genoemd kan en mag worden. Niet alleen voor de kleine, maar ook zeker voor de papa of mama die draagt. Laten we realistisch zijn, je hebt niets aan rugpijn met één, twee, drie of meer kinderen onder de tien jaar.

Een uitstapje naar een inloopochtend bij een draagconsulent leverde een mooie Tula draagzak op. En eigenlijk was ik na de eerste keer uitproberen al verkocht. Op de buik, het hoofdje van ons meisje heel dicht bij me zodat ze mijn ademhaling en hartslag kan horen en voelen. De eigenlijk constante omhelzing waar ze zich in bevindt en het hoofdje waar je makkelijk een kus op de kruin kunt geven en haar eigen luchtje kan ruiken.
Heel vaak draag ik haar nog op de buik, dat is qua gewicht ook nog steeds goed te doen. Maar steeds vaker komt het rugdragen nu om de hoek. En ook dat vinden we beiden fijn.

Vanaf dat eerste moment heeft ons aapje eigenlijk niet meer in de wagen gezeten. Tenminste niet bij mij. Bij papa is het nog een iets ander verhaal…
Hoe fijn is het om niet te hoeven zoeken naar een lift. Geen probleem te hebben met vastlopende wielen in zand of op bosgrond. Manoeuvreren op drukke plekken behoort tot het verleden en je kindje hoeft niet bij iedereen het kruis in te kijken (Ja, sta daar maar eens bij stil… Wat ziet een kind eigenlijk als het in de wagen zit?)

Weet je wat ik nu alleen zo jammer vind? Dat ik vanuit het ziekenhuis dit nooit als tip mee heb gekregen. Dat ze al 13 maanden was toen we de overstap naar de Tula maakten en zij en ik dus die eerste maanden qua dragen gemist hebben. En achteraf gezien had ik die kleine ook graag in een doek gedragen. Iets wat ik nog steeds eens wil proberen als ik met vriendin M. ga meeten. Een plan dat in 2014 uitgevoerd gaat worden (dan weet je dat alvast meid!).

Val ik onder de draagmama-maffia? Misschien in de ogen van sommigen wel. Maar ik vind mezelf vooral een grote enthousiasteling. En onze derde is het daarmee eens gezien de grote lach als ze de Tula ziet.

donderdag 28 november 2013

Macaroniboogje!

Ken je dat? Er gaat iets mis in huis, er volgt een krachtterm en vervolgens hoor je een echo.

Om onduidelijke redenen kan je een kind proberen een woord aan te leren door te herhalen en herhalen en herhalen en dan misschien, na onnoemelijk veel herhalingen, volgt dan het beoogde woordje.

Roep je echter eens iets wat eigenlijk niet voor, pak ‘m beet, onder de 12 jaar bedoeld is, dan is er geen herhaling nodig.  Die oren die normaal dienst weigeren zijn dan eerder een soort radars geworden die alles oppakken.

Daar zit je dan als goede ouder en opvoeder, zelfs zonder publiek is het gênant.
Er gebeurt iets en zoonlief besluit, net als papa een ziekte ertegenaan te gooien. Uitleggen dat dat woord echt onder de categorie “Lelijke woorden” valt heeft niet tot gevolg dat het woord vergeten wordt. Integendeel!
Je ziet aan de ogen dat het opgeslagen wordt in een apart gedeelte van het geheugen. Daar waar nog meer “Lelijke woorden” op de chip terug te vinden zijn. Want al die woorden, die komen ooit een keer van pas. Waarschijnlijk worden we nog wel eens uitgenodigd op een 10-minuten gesprek ten gevolge van de verbale acties van onze knul.

Daarna volgt gelijk de opmerking dat papa het ook zegt en daar valt weinig tegenin te brengen. Behalve dan dat papa het ook niet mag zeggen. Maar om die met zijn 38ste nog eens op te gaan voeden, die taak ligt niet bij mij. Of wel?

Je hoort wel eens verhalen dat er voor elk scheldwoord een x bedrag gestort moet worden in een pot. Zoiets heb ik ook bedacht. Alleen geld leek me niet zo raadzaam. Als mijn vermoedens juist zijn zou dat namelijk betekenen dat we aan het einde van de week alleen nog maar droog brood kunnen eten. En om heel eerlijk te zijn trek ik daar toch wel een grens.
Dus… Wat zou een goed alternatief zijn? Rijstkorrels zijn te klein om een punt te maken en spaghetti te lastig. Uiteindelijk zijn het macaroniboogjes geworden. Het idee is eerst geopperd en werd met een schaapachtig lachje ontvangen. Gedeeld op zijn werk en daar hebben ze er heel hard om gelachen.
Uiteindelijk een week of drie later is het geïmplementeerd. Manlief heeft zelf mogen kiezen welk bakje / potje het zou worden. Bij de uitleg naar de kinderen toe heb ik gezegd dat we iets leuks gaan doen als ie vol zit. Uiteraard de vraag “wat dan?”. Bij “naar de McDonalds” begonnen twee snoetjes te glimmen. Ik gok, dat ze op heel veel gevloek en gescheld zitten te wachten.

Omdat de opvoeding in eerste instantie voor de kids bedoeld is hebben we wel een randvoorwaarde aan de boogjes verbonden. Als wij een lelijk woord zeggen gaat er een macaroniboogje in de pot, maar als de kinderen een lelijk woord zeggen dan halen we er één uit.

Nu maar afwachten hoe lang het duurt tot die gouden M in zicht komt…

donderdag 14 november 2013

Tatoeages

You hate em or you love em….

Niets is zo persoonlijk als lichaamsversiering, in welke vorm dan ook. Je uit jezelf. Door je kledingkeuze, schoenen, haarstijl en –kleur, nagels, gebruik van make-up, piercings en tatoeages.

Door de keuzes die je elke ochtend maakt, maar ook zeker de eenmalige keuzes en alles wat ertussenin ligt, laat je zien wie je bent en wat je wilt uitdragen.

Ik heb twee tatoeages, op dit moment. Als tiener was ik er al door gefascineerd, maar mijn ouders’ invloed was groot genoeg. Pas toen mijn vader overleed wilde ik definitief een tattoo. Om hem te gedenken. Voor mijn moeder was het slikken, anderen trokken hun wenkbrauwen op met grote vraagtekens in hun ogen, maar ik wist het zeker.

Hoe raar misschien, maar mijn eerste tatoeage is een afbeelding welke ik “gevonden” heb op internet. Het is een lijnenspel welke samen de vuurvogel ofwel Feniks laten zien. De mythologische vogel welke vooral bij het brede publiek bekend is geworden door Harry Potter.
Het symbool van herrijzen uit de eigen as. Ondanks dat ik geen lijn zelf ontworpen heb, heb ik geen minuut spijt van deze tattoo. Het staat voor mij voor het feit dat mijn vader op een bepaalde manier altijd bij me blijft.

Mijn tweede tatoeage is echter een compleet eigen ontwerp. Na de geboorte van onze tweede, en zoals we toen dachten laatste spruit, ben ik aan het tekenen geslagen. Het resultaat was een hart bestaande uit de twee sterrenbeeld symbolen. Hiermee draag ik de liefde uit die ik voor hen heb en hun eigen verbondenheid met elkaar door mij.

Ondanks dat dit hart getatoeëerd is aan de binnenzijde van mijn rechterpols zijn er genoeg mensen die een behoorlijke tijd nodig hebben om ‘m te ontdekken. En het is echt niet zo dat ik de tatoeage constant bedek met lange mouwen, nee hoor, ik ben er juist hartstikke trots op! Het is mijn schrijfarm, dus handen schudden, schrijven, dingen aanpakken, het gaat bijna allemaal met deze hand. Toch zien mensen het niet of veel later. Blijkbaar werkt het zo: hoe normaler je erover doet, hoe minder het anderen opvalt. Misschien goed om te weten voor de twijfelaars met betrekking tot de locatie van een tatoeage.
Overigens is het belangrijkst dat je je realiseert dat je een tattoo maar één keer kan laten zetten. De plaats kan dus maar beter echt zijn wat jij wilt. Dit plakplaatje gaat er niet zonder meer vanaf.

Ik schreef het al… Twee tatoeages, op dit moment. 

Twee van mijn kinderen zijn vereeuwigd op mijn lichaam. Ons aapje en haar brusje* verdienen net zo goed een plaatsje. Dus ben ik aan het denken, aan het tekenen, research aan het doen. Ook voor deze tatoeage wil ik zelf het ontwerp bedenken en waar mogelijk uitwerken. De plaats heb ik zo goed als bepaald, hoewel hierin nog wel een factor “vorm van het ontwerp” meespeelt.
Jammer genoeg zit ik alleen een beetje vast op het moment. Ik heb te veel opties in wat ik graag zou willen en wat ik erin verwerkt wil hebben. Aangezien het symbool moet staan en geen complete roman moet worden, zal ik nog flink moeten schetsen, gummen, bijschaven en opnieuw beginnen.

Uiteindelijk zal het vast een prachtontwerp worden, maar voor nu heb ik nog ruim de tijd om te sparen voor mijn eigen kunstwerkje. Wordt vervolgd…

woensdag 6 november 2013

Opbergsysteem

Op de woensdag en donderdag zijn de kinderen thuis. Geen BSO, KDV of andere opvang. Op de woensdag is het mama-dag en donderdag's is papa thuis.

Toch gaat vaak je tijd niet volledig uit naar de kinderen. Want hoe ideaal is het om overdag wat huishoudelijke dingen te doen en je hierdoor ’s avonds een keer echt ongegeneerd op de bank kan neerploffen.

In de wetenschap dat de was echt iets is waar manlief niets in ziet, is het naast mama-dag ook vaak wasdag. Of bedden-verschoon-dag (met als gevolg nog meer was) of strijk-dag.
En als ik dan nu opkijk en mijn gasfornuis en de achterwand eens bekijkt kruipt het schaamrood omhoog op mijn kaken.
Waar haal ik het idee vandaan dat ik een blog zou kunnen typen op dit moment? Oké, Aapje is al in bad geweest en ligt nu op bed. Onze Muis en Boef zitten op school en dat beddengoed zit in de wasmachine. Maar mijn keuken heeft dringend aandacht nodig van wat schoonmaakmiddelen. En draai ik mijn hoofd wat naar rechts, dan kijk ik de woonkamer in en word ik helemaal moedeloos…

Toch maar eerst die kop koffie. Inmiddels heb ik daar toch echt wel behoefte aan en om niet geheel niks te doen, multitask ik dit blog erbij.

Regelmatig vraag ik me af hoe andere ouders dit doen. Ouders die ook vier of meer dagen werken, kind(eren) en huishouden hebben, maar geen hulp voor het schoonmaken en / of opruimen.

Alle planningen die ik tot op heden bedacht heb, falen in de uitvoer. Er komt zoveel tussendoor dat het niet haalbaar lijkt. Als het toch eens lukt, dan is het vaak vijf minuten na thuiskomst van de kinderen alsof er weer een bom ontploft is. Hoe bedoel je: Eer van je werk?

Speelgoed-opruim-methoden zijn bij voorbaat kansloos. Het gaat een week goed. Die week is met zeer ruime marge genomen. Hierna zitten de bakken dusdanig vol dat de bijbehorende deksels er alleen voor sier naast liggen. 

Ons dressoir is voor éénderde eigendom van de kinderen. Eigenlijk zou ik er een foto van moeten maken en die bij dit blog plaatsen, maar dat zou een wel overduidelijk bewijs van ons “huishouden van Jan Steen” zijn. Om toch enige indicatie te geven. Er zijn dagen dat de dubbele deuren (zo’n 1 meter 20, twee planken) niet meer dicht willen. Of dat het levensgevaarlijk is voor ons jongste kruipende aapje als één van de anderen iets wil pakken. Ooit van instortingsgevaar gehoord?

Met de Sint in aantocht wordt het dan ook weer tijd voor een hele grote opruiming. Jammer genoeg weten kinderen er altijd precies uit te halen wat zijn laatste reis naar de kliko gemaakt heeft. “Mama, waar is … gebleven?”
En misschien wel nog erger, het antwoord “Dat weet ik niet.” volstaat niet meer. Kinderen van zes en bijna vijf weten precies wat er aan de hand is en kunnen dan ook woest worden. Vooral onze zoon de Hamsteraar. Die kan moeilijk afscheid nemen van mensen en spullen. Dit wordt later nog wel een dingetje als we hem tenminste niet terug willen zien in een programma zoals “Mijn leven in Puin”.

Misschien dat ik vandaag of in ieder geval deze week weer eens een nieuwe aanpak probeer. Samen met de kinderen het dressoir doorlopen en hen laten beslissen wat er weg mag. Gelijk maar wel erbij zeggen dat de tas / zak die ze krijgen vol moet. Anders ben ik bang dat er hele bergen naar de eigen kamers verdwijnen om vervolgens nog geen twee dagen later weer naar beneden gesjouwd te worden en weer in dezelfde kast te verdwijnen. Hoewel verdwijnen niet het juiste woord is, want dat zou ideaal zijn!

Voor iedereen die zich herkent in dit verhaal en DÉ oplossing al heeft gevonden, ik hou me zeer aanbevolen voor suggesties.

dinsdag 29 oktober 2013

Denk niet wit, denk niet zwart

Mijn vader zei vroeger altijd “Met vrienden heb je het niet over geld, geloof of politiek.”. En eigenlijk hou ik me daar inderdaad redelijk aan. Zoveel mensen, zoveel meningen. En om nu ruzie te krijgen over een idee, mening, opvatting, geloof of hoe je het ook wil noemen, dat is het gewoon niet waard.

Toch heb ik me, net als bijna iedereen in Nederland, de afgelopen weken hard gemaakt voor een bepaald geloof. Het geloof van kinderen in Sinterklaas én Zwarte Piet. Want net als het gros van de Nederlanders (en Belgen, een deel van onze Oosterburen en welke bevolkingsgroep of nationaliteit al nog niet meer) vind ik dat kinderen gewoon hun eigen feest moeten kunnen blijven vieren.

Ongeacht wat iemand, of meerdere iemanden, zich in de hoofd heeft, of hebben, gehaald denken kinderen namelijk niet in termen van zwart, wit, rood, geel of bruin. Niks daarvan, zij zien Sinterklaas, een oude man die gewoon heel veel van kinderen houdt. En die Zwarte Pieten? Die houden gewoon heel veel van Sinterklaas en willen er graag voor zorgen dat elk kind cadeautjes kan krijgen.
Zo simpel is het. Niets meer of minder. En hoe mooi en puur is dat idee wel niet?

Dan de volwassenen die zich beduidend minder mooi opstellen door een hoop gedoe en gesteggel over mogelijke slavernij, racisme en wat er allemaal nog niet meer bijgehaald kon worden. 
Alles om maar een punt te kunnen maken. Niet nadenkend of de ontstane denkbeelden überhaupt ergens op gestoeld zijn. Helemaal tot en met de VN besloot men om zich er tegen aan te gaan bemoeien. Want die bijna 16 miljoen idioten in dat kleine Kikkerlandje, die zouden toch niet opeens allemaal racisten en slavendrijvers in de dop blijken? Dat moet zo snel mogelijk de kop ingedrukt worden.

En wat leren wij, de Sinterklaasfans, onze kinderen wel niet? Dat het normaal is om iemand voor je te laten werken?
Ik hoop van wel. Zeker als die iemand dat met alle liefde en plezier doet, wat zijn of haar huidskleur ook mag zijn. Alles om die kleine snoetjes te zien glimmen en stralen van plezier.

Waar papa, mama, opa, oma en de rest van de familie al het “werk” doen en de credits hiervoor geheel uit handen geven aan een oude man met een heleboel (toevallig zwarte en bruine) vrienden.
Ja, we zijn een crimineel, onnadenkend volkje en verdienen niet beter dan door het slijk getrokken te worden zoals nu gebeurd is.

Inmiddels heeft het hele 5 december feest een beetje bittere nasmaak gekregen. Wat eerst geen probleem was blijft nu op de achtergrond hangen. Het echte feest is voor menigeen bezoedeld door de ophef die er door een kleine groep over gemaakt is. Het idee dat er vanaf 2015 geen Sinterklaas meer gevierd zou mogen worden in de huidige vorm is, naar mijn mening, te bespottelijk voor woorden. Misschien dat ze besluiten ter controle invallen te gaan doen op illegaal cadeautjes uitdelen of arresteren ze iedereen die er ook maar een beetje Zwarte Pietachtig uitziet.

Als dat echt de intentie is dan zou ik graag de Nederlandse Regering willen aanklagen. Voor de brute moord op Sinterklaas.

Want voordat ik dit goed uitgelegd kan hebben aan mijn kinderen, hebben ze al het geloof in de Goedheiligman al verloren… 

zondag 20 oktober 2013

Witheet door witgoed

Iedereen heeft het in huis en iedereen maakt er volop gebruik van. Witgoed lijkt onontbeerlijk in een huishouden. Nu zit er verschil in onontbeerlijkheid per huishouden. Woon je alleen en heb je een lieve buurman of –vrouw kan je bij een kapotte wasmachine best wel even een paar daagjes overbruggen tot de nieuwe geleverd wordt.
Heb je een gezin met drie, vier of meer kinderen en de wasmachine besluit dan in staking te gaan dan heb je, lieve buren of niet, toch een serieus probleem.

Het verhaal wasmachine hebben we een paar jaar geleden gehad en overleefd. Begin dit jaar besloot de droger er echter mee op te houden. Uiteraard komt het moment nooit uit. Niet qua financiën, maar ook niet qua wasquotum. (hoeveel q’s kan je in één zin proppen…)
Op het moment dat onze droger meer vocht vertoonde op de grond dan dat er in de condensbak zat, werd het tijd om de stekker eruit te trekken. 
Omdat een nieuwe droger vele malen duurder is dan een extra droogrek was de keuze snel gemaakt. Zelfs bij een gezin met drie kinderen, waarvan één in de luiers, één volledig zindelijk (op een enkel ongelukje na) en één ’s nachts nog niet zindelijk.

Dat hebben we dus geweten.
Hebben jullie enig idee hoeveel was drie kinderen en twee volwassenen veroorzaken? En hoe problematisch het wordt als het beddengoed ’s nachts verschoond moet worden. Of nog erger, zelfs twee keer per nacht verschoond moet worden. Met in het extreme geval dat de andere kleuter ook een ongelukje had.
Geloof me… Hier in huis zijn er momenten geweest dat er zoveel op het droogrek hing en zo weinig in de kast dat er zwaar geïmproviseerd moest worden om toch een comfortabel, warm bed op te kunnen maken voor het betreffende kind / de kinderen. Moeders met de handen in het haar en flink scheldend op het weigerende apparaat.

Nu lijkt een en alles in een rustiger vaarwater, wat betreft de ongelukjes in ieder geval. We zijn er nog niet helemaal, maar de schade beperkt zich gelukkig tot een enkele keer. Wel weten de oudsten het dan vaak toch zo uit te kienen dat ze beiden in dezelfde nacht een nat bed hebben. Als moeder leer je ermee leven. Het verlangen naar zachte handdoeken en snel gedroogde was blijft, maar het probleem is niet onoverkomelijk.

Dan het gevalletje vaatwasser. Ook zo’n luxe witgoedapparaat. Want net als de droger is dat ding wel makkelijk, maar absoluut geen noodzaak. Toch?!
Tweeëneenhalf jaar geleden veroorzaakte de vaatwasser door een kapotte slang een volledige keuken renovatie. Omdat er weinig te verliezen viel is de vaatwasser toen door zwagertje P. open gemaakt en uiteindelijk gerepareerd. Eigenlijk onder het motto van “zolang ie het nog doet…”.
Aan dat motto is nu een definitief eind gekomen. Er komt een zware brandlucht uit de machine als je een programma wil draaien en, als ie nog een programma draait, komt de vaat er niet schoon uit.
Reden genoeg om ook hier de stekker maar uit het stopcontact te trekken. Het zou toch fijn zijn als er geen brand ontstaat.
Restanten water eruit geschept om de echte putlucht te voorkomen. Nu maar iets van een vaatwasserdeodorant erin gehangen, maar ik heb het idee dat die het voornamelijk doet als de machine regelmatig gebruikt wordt. Af en toe maar eens onder de kraan houden dus aangezien het gebruiken van de machine buiten de opties valt.

Hubbie en ik doen nu samen de afwas. Het gekke is, het is best kneuterig gezellig. We hebben na het naar bed brengen van de kids nu echt een kwartier tot half uur (afhankelijk van de hoeveelheid vaat) dat we bijkletsen. Mijn aanrecht blijft, gek genoeg, schoner en opgeruimder. Serviesgoed wordt in sommige gevallen schoner. Alhoewel met andere zaken de vaatwasser toch weer beduidend beter werkt.
Het grote nadeel is dat je na het eten nog even in actie moet komen in plaats van neer te kunnen ploffen op de bank na een werkdag.

Mijn conclusie? Zowel de droger als de vaatwasser zijn niet onmisbaar, maar wel heel erg gewenst. Zeker in een vijfpersoons huishouden, met een moeder die afwashanden en handdoeken als schuurpapier niet zo kan waarderen.
Toch maar eens zien of er ergens een deal gesloten kan worden met een witgoedhandelaar.

dinsdag 1 oktober 2013

Studiedagen

Sommige scholen lijken er een haast satanisch genoegen in te scheppen, studiedagen. Helaas voor ons hebben wij zo’n school getroffen.

Waar andere scholen de studiedagen zo inrichten dat ze op één hand te tellen zijn, weet de school waar onze kinderen op zitten het uit te smeren over zo’n vijftien dagen cq dagdelen. En nee, dat is echt niet overdreven.

Natuurlijk, onze zoon zit in groep 1 en heeft daardoor meer vrije uren die ingedeeld moeten worden dan zuslief in groep 3. Maar hoe komt het dat er scholen zijn die het redden met een aantal keer continurooster en misschien tweemaal echt een dag vrij? En dan die dagen ook nog eens vlak voor of na de vakantie weten in te plannen.

Het zal jullie waarschijnlijk niet verbazen dat de meeste studiemomenten niet op onze papa- of mamadagen vallen. We zitten in de vijfde week van het schooljaar en al drie keer heb ik vrij genomen om de kinderen zelf op te vangen.
Het is wel mogelijk om de buitenschoolse opvang (BSO) in te schakelen, maar de extra kosten wegen niet op tegen het dagje vrij dat ik zelf neem. Dus zolang we het op deze wijze kunnen regelen, soit.

Wel vraag ik me af hoe anderen dat doen. Zoals ik af en toe het buurmeisje opvang als ik toch vrij heb genomen voor mijn eigen kinderen? Of dat de buuf mijn kinderen op één van haar mama-dagen in huis haalt? Maar dat is ook niet iets dat je iedere keer wil vragen. Zeker omdat zoonlief afwijkende vrije dagen heeft ten opzichte van onze dochters die bij elkaar in de klas zitten.

Gelukkig is de maand oktober weer rustig na vandaag. De herfstvakantie ligt nog wel in het verschiet, maar die is door de BSO haast relaxter te noemen dan een gebruikelijke schoolweek.

En dan, als je weer een beetje in een fatsoenlijk ritme zit na een rustige maand, gooien ze er opeens weer drie dagen in november in. Drie weken achter elkaar is er wel weer een dag dat er iets geregeld moet worden.
Twee van die dagen gelden voor onze knul. Inmiddels al geregeld dat hij dan uit logeren gaat. Hij blij, oma blij en wij ook blij. Rust in huis en twee vrije dagen die ik eventueel eens aan mijzelf kan besteden op een moment dat het mij uit komt en niet wanneer het de school uitkomt.
En die derde dag, je zou het haast niet geloven, maar dat is de enige studiedag op woensdag. Laat dat nu net mijn mama-dag zijn! Eureka!

Enigszins opgevrolijkt  plannen we verder. Op 6 december zijn de kinderen moe na het grote bezoek van de Goedheiligman. Dus, ook dan is er geen school. Prima, waarschijnlijk zullen de koters toch liever met het nieuwe speelgoed spelen dan dat ze op school moeten zitten.
De planning voor die dag? ´s Ochtends thuis spelen en ’s middags naar de BSO. Oh ja, buuf… jouw meiske is eventueel ook welkom hoor (en voor je knul wil ik best in de buurt zijn).
In de middag kan ik er dan voor zorgen dat eventuele restanten van het grote feest opgeruimd worden. Zo kan er die zondag  een boom opgezet worden ter voorbereiding van het volgende feestje.

Voor de dagen in in 2014 heb ik nog geen regelingen getroffen. De dagen zijn bekend en gelukkig lijkt het allemaal wat minder frequent dan die eerste maanden. Maar dat kan ook weer te maken hebben met het grote aantal vakanties in de tweede helft van het schooljaar… Ik heb besloten om me hier in december maar eens mee bezig te houden. Vroeg genoeg.

Misschien kan ik een voorstel doen bij de school dan wel de ouderraad. Om een cursus timemanagement te geven aan ouders met betrekking tot de studiedagen. Ik denk dat dat wel gewaardeerd zal worden.

vrijdag 27 september 2013

Prietpraat

Soms heb je heel veel wat je zou willen delen, maar elk onderwerp op zich is te kort om er echt een stukje over te schrijven. Voor nu wat highlight’s uit zoonlief's leventje van de afgelopen periode.
Voor mijn facebookvrienden wellicht bekende momenten, maar in sommige gevallen vind ik ze te geniaal om niet, nogmaals, te delen.

Allereerst is er niemand die zo duidelijk zijn mening formuleert in ons huishouden dan onze zoon.

Een gesprek met oma:
Zoon: “Oma, ik wil niet meer naar school.”
Oma: “Waarom dan niet?”
Zoon: “Omdat ik steeds moet luisteren naar de juf en moet doen wat ze zegt.”

Probeer een jochie van nog geen vijf maar eens duidelijk te maken dat er altijd wel iemand zal zijn die zegt wat je moet doen. Tenminste, als hij niet financieel onafhankelijk wordt.
Daarbij moet je de sfeer wel positief houden anders zakt de moed om groter te worden hem bij voorbaat in de schoenen. Een duidelijke ouderlijke uitdaging.

Overigens is school wel een dankbaar onderwerp. Wist je namelijk dat het koppie van een vierjarige al dusdanig vol is dat naar schoolgaan geen nut meer heeft. Er past namelijk niets meer bij om te leren…


Dan een in de categorie wat-wil-je-later-worden. Na een bezoek aan de Tweede Nationale Traumadag was zoonlief nogal onder de indruk van alle zwaailichten en sirenes. Hij heeft zelfs, voorzien van een politiepet, voorin een politieauto mogen zitten. Zelden iemand zo zien glunderen.
Nou, hij wist wel hoe zijn toekomst zou lopen.

Zoon: “Ik wil later bij de  politie, brandweer óf ambulance!”
Mama: “Je kan ook motoragent worden, dan ga je wel naar de politieschool.” (in het kader van een positieve visie op school).
Zoon:  “Dat wil ik!”
Papa: “Dan mag je geen strafblad krijgen.”

Op dat moment hoor je de radartjes draaien en krijgen we de terechte vraag wat dat is, een strafblad. De meest simpele uitleg was dat hij dan geen boevenstreken meer uit mag halen. Op het moment dat ik het uitspreek weet ik al wat de reactie wordt. In zijn ogen verschijnt een zwaar ondeugende blik en dan komt het: “Dan wil ik bij de brandweer!”

Misschien moet papa de volgende keer zijn mond even dicht houden…


Drie kinderen met elk een andere prioriteit. De lunch:
Onze uk eet de worst op en laat het brood liggen. 

Oudste dochter zit na één hap te draaien en zich af te vragen wanneer de dansles begint. Met veel overredingskracht weet deze mama haar toch zover te krijgen dat ze twee rijstwafels opeet.

Onze knul heeft, zoals gewoonlijk, geen moeite met eten. Des te gedenkwaardiger het moment dat we langs een 3 meter hoge Sarah lopen tijdens de schoolgang. "Zo hé, mama, die heeft grote borsten!"

Mijn vraag aan manlief? “Op wie ben je nu het meest trots?”
Het antwoord is hij me nog steeds schuldig.


Een spelletje Memory en dan vooral even aan mama laten weten: “Niet te gelóven hoe goed ik ben!”
Aan zelfvertrouwen geen gebrek.


Zoon: “Waarom hebben wij zo'n grote televisie?
Mama: “Waarom niet?”
Zoon: “Ik wil 'n nog grotere. De grootste van de hele wereld! Die niemand anders heeft!”


Knulletje door de bocht, of beter uit de bocht. Met de fiets... Gevallen, wond op de knie. Schoonmaken, betadine en pleister. Snoepje voor de schrik. Het hele pakket!
Hierna de volgende conversatie:

Mama: “Kom eens even hier...”
Knulletje (met zielig stemmetje): “Als ik nog kan lopen.”

Waarna de clown aan komt strompelen... Zou je 'm niet...


Papa: "Ik snap dit niet van je."
Onze knul: "weet je wat ik niet van jou snap? Helemaal niks!"



Zoonlief wil stofzuigen en pakt het snoer al. Mama zegt dat dat de bedoeling niet is 's ochtendsvroeg (stofzuiger stond nog in de kamer).
Zoon: "Maar van papa mocht het. Ik mocht helpen!" (krokodilletranen)
Papa: "Dat heb ik niet gezegd."
Mama: "Zeker gisteren bij het schoonmaken van de auto."


Gezien het lachje wat hierop volgde sloeg ik de spijker op de kop!


Onze oudste is samen met papa een cadeautje kopen voor een vriendinnetje. Zoonlief kruipt haast op schoot en zegt met zijn liefste stemmetje: “Mama, ik ben ook dol op cadeautjes!”

Moest ik hier echt iets mee doen? Heb hem een knuffel en kus cadeau gedaan. Daar was hij wel heel blij mee! Heerlijk zo’n moeder-zoon-moment <3


Ongetwijfeld zullen er nog wel meer gedenkwaardige uitspraken komen. Wie weet deel ik die tegen die tijd ook wel een keer. Voor nu denk ik dat iedereen die ons ventje niet kent een aardig beeld van hem begint te krijgen.

vrijdag 20 september 2013

Wat zullen we nu weer eens eten?

Het is weer zover. Manlief ligt half te slapen bovenop de afstandsbediening en ik heb de beschikking over de laptop. En dat is maar goed ook.
Het heeft lang geduurd, maar we krijgen eindelijk onze grote neef S. met vriendin A. op bezoek. Morgen eten ze mee en ik ben naarstig op zoek naar wat we zouden kunnen eten.

Eerder heb ik vriendin A. al eens slagroom, in een gerecht, voorgeschoteld. Niets mis mee, maar voor iemand die niet van slagroom houdt kan dat wel eens iets minder lekker zijn. Om er nu voor te zorgen dat zij dit keer gewoon iets op het bord krijgt wat ze lekker vindt, heb ik gewoon maar even gevraagd wat ze wilde eten.

En weet je, dat werkt eigenlijk prima. Het geeft je helder inzicht in wat iemand wel of niet lekker vindt en je kan gericht gaan zoeken. Je vertelt aan je man hoe slim je bent geweest, glundert nog wat na, en dan gebeurt het… Je man, met enigszins teleurgesteld gezicht, komt tot de conclusie dat hij toch echt iets anders in gedachten had dan de geopperde kip en pasta.

Voor de duidelijkheid. Mijn man is een duidelijke (rood)vleeseter. Kip mag, maar met dit soort gelegenheden zal hij eerder een “echt” stuk vlees op zijn bord willen. Als alternatieven hoor ik de meest aparte soorten vlees op een bedje van tagliatelle, maar eigenlijk is hij het er gewoon niet mee eens. Het argument van samen koken en dat er wel wat te koken moet zijn plant een spoortje van twijfel bij me. Pasta is natuurlijk vaak de enigszins snelle keuken. Ik besluit er nog maar even op te gaan broeden.

Maar als de week vordert blijft kip met pasta toch in mijn hoofd rondzingen. Dat vindt A. wel heel lekker, dus daar moet toch iets mee te doen zijn? Inmiddels heb ik de Allerhande recepten doorgespit en ben een heerlijke pasta tegen gekomen. Simpel maar smaakvol, precies zoals een goede pasta hoort te zijn volgens mij.

Nu nog manlief tevreden houden met een alternatief ernaast. Dat is mijn volgende doel. En het derde doel is vandaag ook toegevoegd. Wilde A. graag ijs als toetje, man ziet een tiramisu als afsluiter van de (Italiaanse) pastamaaltijd meer zitten.

Inmiddels weer een uur verder, afgeleid door zaken als facebook, twitter en wat al nog niet meer op het internet en ik ben nog geen stap verder. Het lijkt wel heel erg hoe het normaal gesproken ook bij mij werkt. Met een aantal dingen tegelijk bezig zijn en je dan opeens realiseren dat, als je zo doorgaat, een aantal mensen teleurgesteld zullen zijn. En dat je zelf best wel eens één van die personen zou kunnen zijn.

Zojuist mezelf dus even getriggerd om dit blog af te schrijven (en niet af te raffelen). Om dat  tweede recept te zoeken en dat is inmiddels gelukt. Nu alleen nog de goedkeuring van ons opperhoofd. En dan nog nummer drie. Het dessert. Daar ga ik zo nog heel even over brainstormen. Zoveel lekkere nagerechten gezien en dat maakt de keuze erg moeilijk.

En zal ik nu eens iets zeggen… Zelfs al zou alles in duigen vallen. Wordt de kip gecremeerd in plaats van gebakken, zijn de groenten niet gaar te krijgen, ligt er meer pasta op de vloer dan in de pan én belandt het ijs in de oven. Als dat allemaal zou gebeuren, dan nog zal dat niets afdoen aan een gezellige middag en avond. De snackbar zit om de hoek en anders hebben we altijd wel een boterham.

Voor morgen gaan we er gewoon in voor de gezelligheid. Ongeacht in welke vorm.

zondag 15 september 2013

Dé Feestmaand komt in zicht

Vandaag zaten kleine man en grote man gezamenlijk te smoezen. Opeens drong het tot me door waar het over ging. Cadeautjes. Grote wensen, maar ook kleine wensen…

Nog steeds vraagt hij minimaal één keer per week hoeveel nachtjes het nog slapen is tot zijn verjaardag. Voor ons is zijn bereidwilligheid om een wensenlijst op te stellen wel prettig. Want we realiseren dat, nog vóór zijn verjaardag, Sinterklaas weer in Nederland is om cadeautjes uit te delen. Kunnen we de oude man tenminste de nodige tips geven. Aan schoencadeautjes geen gebrek in ieder geval. Een simpele fluit of bellenblaas is genoeg om zoonlief een gat in de lucht te laten springen. Gooi er wat snoepgoed bij en Sinterklaas is “The Man”

Aan het eind van december zal de kleine man zijn vijfde verjaardag vieren. Plannen voor kinderfeestjes zijn niet van de lucht. Hij kijkt er tenslotte al bijna negen maanden naar uit. Allereerst de vraag hoeveel kindjes hij uit mag nodigen. Daarna moet er natuurlijk een plan de campagne komen voor zijn eerste feest. Want dat moet een knalfeest worden.

Als de uitnodigingen naar jongetjes van hetzelfde kaliber als onze zoon gaan, dan weten we nu al dat we niet thuisblijven. Geen haar op mijn hoofd die erover denkt om binnen 60 minuten het eten én alle spelletjes achter de rug te hebben, om vervolgens volledig in de stress te schieten met een x-aantal stuiterballen om me heen! Deze supermama heeft haar grenzen.
Waarschijnlijk zal het dan ook een indoorspeeltuin worden. Eten van daar, drinken van daar en niets van onszelf dat gesloopt kan worden. Mijn ideaal.

Terug naar de cadeautjes. Ook aan grote cadeauwensen geen gebrek. Van de week werd er even een en ander al vanaf de achterbank geschreeuwd tijdens een autorit. IPad, IPod en oh ja, een telefoon waarmee je foto’s kan maken en de Telekids app kan bekijken. Zaken zoals een Nintendo DS werden nu mede geopperd én een nieuwe GROTE fiets.

Die fiets, die stond overigens al bij ons op het verjaardag lijstje. Eerder dit jaar heeft knul namelijk besloten dat hij wel zonder zijwieltjes kan fietsen. En net als zijn zus weet hij dondersgoed wat hij wel en niet kan.
Een testrondje op de fiets van zuslief (zonder de zijwieltjes, dat moge duidelijk zijn) en hij fietst weg alsof hij nooit anders gedaan heeft. Snel zijn eigen fiets veranderd in een zijwielloos exemplaar en gaan! Als de brandweer op zijn eigen brandweerfiets. Het gaat hier echter om een 12” fiets en met een stevige knulletje van bijna 1,10 meter is die fiets echt te klein geworden.

We gaan dan ook shoppen de aankomende maanden om die ene, perfecte, fiets voor hem te vinden. Aan zijn enthousiasme zal het niet liggen. Toen grote zus een nieuwe fiets kreeg voor haar verjaardag had hij in de winkel al een mooie voor zichzelf gezien. Hij zag zich al rondrijden op dat prachtexemplaar en wilde die zelfs zelf wel even afrekenen. Totale verbazing, maar ook zeker zware verontwaardiging toen bleek dat de geboden € 0,05 te weinig bleek naar de zin van de verkoper.

Nog steeds heeft hij het erover als we bij de fietsenwinkel langs rijden. Dus we vermoeden dat zelfs het uitzoeken van zijn verjaardagscadeau een cadeautje zal zijn voor hem. Als het eenmaal zover is, zijn we gek genoeg om ook daar weer een klein feestje van te maken door een grote beker warme chocolademelk, marshmallows en een hele lading slagroom! Of ijs... Hij mag dan wel in de winter jarig zijn, maar gezien zijn eigenzinnige karakter vermoed ik dat hij voor het laatste gaat.

zaterdag 14 september 2013

Schuttingtaal

Mensen die mij privé kennen, en dan ook mijn facebook-vriend(in) zijn, kunnen het zich misschien nog herinneren. Een paniekfoto tijdens een voorjaarsstorm in 2012. En de vraag of de schutting het nog wel zou houden.

Om een of andere reden wist het weer dat ik donderdags alleen thuis zou zijn met een kind. In dit geval één die lekker lag te slapen. Ook wist het weer dat onze oudste opgehaald moest gaan worden van school én dat ik op dat moment zwanger was. Geen tot weinig fut, geen tot weinig tijd om noodmaatregelen ter verzwaring van de schutting te kunnen halen bij de plaatselijke bouwmarkt en zeker onvoldoende handen. Daar zit je dan… Om de vijf minuten naar buiten turend of je je schutting al gedag kan zwaaien.

Maar met alles wat ik op dat moment niet had, heb ik toen wel bedacht wat de andere mogelijkheden waren. Een plan in elkaar gedraaid en uiteindelijk is de schutting toen gestut met een houten tuintafel van onze buurman. Waarbij andere buurman zo lief was om even te helpen met die tafel…
Aan onze zijde ervoor gekozen om het speelhuisje ertegen aan te zetten en deze te “verzwaren” met alles wat los en vast lag in de tuin. Mensen die ons kennen weten dat het huisje dus tot aan de nok toe vol zat.

Die storm was geen partij voor onze geïmproviseerde “red-de-schutting-methode”.  Wel werd het pijnlijk duidelijk wat, na de verbouwing in huis ter ere van ons derde aapje, het volgende klusproject zou moeten worden.

Na haar geboorte, de nasleep in het ziekenhuis en dan vervolgens nog een aantal ziekenhuisopnames in de eerste helft van dit jaar, heeft de schutting ons doen verbazen. Volhardend bleef hij dienst doen. Weliswaar bij een flinke wind of storm zwabberend aan het huis en uiteindelijk met een paar planken minder, maar onze schutting was niet klein te krijgen.
Daar kan menigeen nog een voorbeeld aan nemen.

Voor onze vakantie viel de beslissing. Deze schutting verdient een laatste rustplaats. Het zou ondoenlijk zijn om nog een herfst en winter door te moeten en dus gaan we samen met de buurman om de tafel. 
Glas wijn erbij en bedenken wat we mooi zouden vinden. En wat buurman mooi vindt, is dat ook iets waar wij mee kunnen leven én andersom? Blijkbaar zitten we aardig op één lijn en is de keuze snel gemaakt. En na terugkomst van vakantie wordt de datum van schutting sloop en opbouw vastgelegd.

Jullie weten dat ik redelijk op “tijd” schrijf. Dit weekend is het dan ook feest. En uitgerekend dit weekend zit het redelijk tegen qua weer. De werkmannen hebben het uiteraard liever droog, maar de temperatuur is juist weer ideaal te noemen. Al met al zijn ze lekker opgeschoten door de oude schutting volledig weg te halen. Morgen volgt een dag opbouw. Mijn man komt waarschijnlijk moe en met pijnlijke spieren het weekend uit. 

Zelf ben ik vandaag gevlucht met de kinderen. Om thuis te moeten zitten met een jochie dat zich het liefst overal tegenaan bemoeit… Mij niet gezien. Maar die regenbuien zaten mij dus wel behoorlijk dwars! Plannen die mijn schoonmoeder en ik hadden zijn letterlijk in het water gevallen.

Voor morgen moet ik het allemaal dus nog maar even zien. Ga ik hier in de omgeving iets doen zodat de kinderen even uit kunnen waaien, de speeltuin in kunnen of iets anders wat energie kost. Of misschien vraag ik elders asiel aan. Bij voorkeur ergens waar ik ze los kan laten zonder dat ik me druk hoef te maken over wat ze nu weer kunnen slopen.

In de uren tot morgenochtend zal ik vast wel iets briljants kunnen bedenken.

zondag 8 september 2013

Overpeinzingen

Inmiddels is mijn blog bijna zes maanden oud. De statistieken zeggen dat ik ruim 900 pageviews heb. En nee, daar worden mijn eigen bezoekjes niet bij opgeteld.

Na de blog van afgelopen vrijdag en de reacties daarop ben ik er (weer) achter gekomen dat mensen ook echt geraakt worden door hetgeen ik schrijf. En, gelukkig maar, op andere momenten een feestje van herkenning mee maken.
Bijzonder om dat te ervaren en die terugkoppeling te krijgen. Want wat is er nu fijner om te merken dat je gewaardeerd wordt. Of in ieder geval, waardering voor hetgeen je op je blog vermeld.

Soms geven mensen aan dat ik meer met het schrijven zou moeten doen. Het is ook iets waar ik veel plezier aan beleef. Misschien vaker een bericht achter laten, al dan niet met een serieuze ondertoon. Andere onderwerpen aansnijden. Wie weet… Maar in ieder geval moet het echt van mij afkomen. Zo blijft het een puur en eerlijk blog.

Tijdens mijn laatste zwangerschap heb ik een dagboek bijgehouden gedurende mijn ziekenhuisperiode. Dat was mijn manier om met familie en vrienden te communiceren. Ik ben nu eenmaal beter met het geschreven woord dan met het gesproken. Het beslaat letterlijk mijn wanhoop en hoop gedurende de zes weken ziekenhuis die ik achter de rug heb.

Dit dagboek en e-mail gaven mij, samen met facebook, de kans om mensen in mijn omgeving in te lichten zonder al te veel inspanning. Ik ben dan ook zo’n moeder die de geboorte van haar kind nog geen 24 uur later online had staan. Weliswaar zonder foto. Die eerste foto’s waren (en zijn nog steeds) veel te privé. Echt van en voor ons. Om dat zomaar op een sociaal netwerk te gooien, niet wetende hoe het verder zou gaan met onze jongste, dat ging ons een stap te ver.

Ook over dat dagboek heb ik weleens gehoord dat ik er “iets” mee zou moeten doen. En dat wil ik eigenlijk ook wel, maar hoe?
Zelf ben ik nog niet uit het “prematuren-wereldje”, maar wel uit het obstetrie- en neonatologie-wereldje. Maar de ervaring die ik heb, de informatie die ik opgeslagen heb, de herkenning als mensen het over een langdurige ziekenhuisopname of een prematuur geboren kindje hebben… Het lijkt me zo zonde dat daar niets meer mee gedaan wordt.

Laatste zag ik een oproep als vrijwilliger voor de Vereniging voor Ouders van Couveusekinderen (VOC). Het lijkt me waardevol om dat te kunnen doen. Gelijktijdig bedenk ik me dat er maar 24 uur in een dag zitten en dat die uren met drie kinderen, man, werk en (vooruit dan maar) tijd voor mezelf, akelig snel voorbij vliegen. Als ik zoiets oppak wil ik het ook goed kunnen doen. De verwachting waar kunnen maken. Aan de andere kant, is het echt zo “timeconsuming” als ik denk?
Misschien nog eens iets om achteraan te gaan…

Voor nu blijf ik sowieso gewoon hier schrijven. Waarschijnlijk, of misschien wel hopelijk, vanaf het volgende blog weer met die grote knipoog. Het wordt wel weer eens tijd voor een nieuw feest van herkenning!

vrijdag 6 september 2013

Hoop en verwachtingen

Over het algemeen hou ik mijn blog luchtig, gewoon met een flinke knipoog naar de wereld en vooral naar mezelf.
Maar er zijn ook dagen dat je weer even met je neus op de feiten wordt gedrukt. Wat is er nu echt belangrijk in het leven? Iedereen die kinderen heeft weet hierop het antwoord en dit blog gaat daarover.

Onze uk is na ontslag van de afdeling neonatologie al meermalen terug geweest bij de lieve verpleegkundigen en kinderartsen. Door een RS-infectie die ze begin dit jaar doorlopen heeft is ze kwetsbaarder op de longen. Het gevolg is dat een simpele verkoudheid ernstige gevolgen kan hebben. De artsen hebben ons verteld dat ons dametje hier waarschijnlijk wel overheen zal groeien. Alleen vertellen ze er niet bij wanneer dit gaat gebeuren.

Woensdag op donderdag was het weer raak. Meiske niet geheel in haar eigen vrolijke doen, wat snotteriger en gewoon niet happy. ’s Avonds ging het verder met doormodderen. Tussentijds wakker worden. Even eruit bij papa en mama, nog een papfles want misschien heeft ze honger, en weer naar bed. Uiteindelijk hebben we een doorwaakte nacht gehad met een zeer benauwd meidje. 

Dat zijn de nachten dat ik blij met de ochtenden. De wereld wordt weer licht en hulp lijkt wat dichterbij. Het ziet er letterlijk minder donker uit.

Een bezoek aan de huisarts volgt en van daaruit een afspraak op de kinderpoli. Door het afgelopen jaar gaat onze huisarts uit van het principe “bij twijfel niet doen”. Ze laat ons niet nog één of twee dagen door modderen, maar neemt het zekere voor het onzekere.
En zo staan wij er inmiddels ook in. Liever dat ze een keer extra gezien wordt op de momenten dat we het niet vertrouwen, dan dat we achter de feiten aan lopen.

Uiteindelijk viel gisteren op de poli al snel de beslissing. Opname, in ieder geval één nacht ter observatie. Van daaruit zou verder gekeken worden.
Tijdens het opname gesprek wordt me gevraagd hoe ik het nieuws over de opname opneem. Tja, eigenlijk gelaten. Het is zoals het is. Als ouder zijnde weet ik inmiddels dat je op sommige momenten de zorg voor je kind het beste uit handen kunt geven. Zo ook nu. De artsen en verpleegkundigen kunnen meer voor haar doen dan wij thuis.

We maken een soort van planning voor de nacht en volgende dag. Ik laat verscheurd een kleine meid achter in het ziekenhuis om later die avond terug te komen.
Bij terugkomst blijk ik meerdere oproepen gemist te hebben toen ik in de auto zat. Vervolgens hoor je dat ze helemaal overstuur is, niet wil eten of drinken. Eigenlijk is het verstandig om, tegen je eigen planning in, de nacht in het ziekenhuis door te brengen. Ook hier geldt: wat moet, dat moet. Dankzij hulptroepen komen logeerspulletjes richting het ziekenhuis en kan de auto mee terug naar huis. De grote wisseltruc. 
Alles geregeld, maar wat voel je je als ouder slecht. Het idee dat je meisje misschien wel zonder je had gekund. En dat je je niet gerealiseerd hebt dat ze je natuurlijk ontzettend nodig heeft. Dat de verpleegkundigen leuk zijn, maar dat dat geen vervanging voor papa of mama mag heten.

Vannacht heeft ze heel dicht bij me gelegen. Net als bij het buidelen kon ik haar warm houden en beschermen, haar eigen luchtje ruiken en samen met haar wegdromen. Want slapen bij mama, dat lukt bijna gelijk. En dat maakt het schuldgevoel over het alleen laten gelijktijdig groter als iets dragelijker.

Onze dame heeft wederom bewezen dat ze er niet onder te krijgen is. 24 uur nadat de beslissing voor opname viel valt ook de beslissing voor ontslag. Is ze beter? Nee, maar een en ander is weer onder controle en valt binnen de grenzen van thuisdokteren.

We zijn blij dat ze weer thuis is. Maar we zijn ook realistisch. Dit is een duidelijke milde verkoudheid. De winter is nog niet eens begonnen. Sterker nog, het is tropisch geweest de afgelopen dagen.
Dit was niet de eerste ziekenhuisopname in haar jonge leventje. We hopen dat de longen van ons meisje heel snel rijper worden en steeds meer kunnen verduren én dat dit voorlopig de laatste ziekenhuisopname was. Maar hoop en verwachting liggen even niet op één lijn.

Vandaag proost ik… Op drie kinderen in hun eigen bedje, op een compleet gezin, op de verdiende, ongestoorde, nachtrust die ik hoop te krijgen en ik proost op de wens dat hoop en verwachting op dezelfde positieve lijn komen.

Koester je gezin en geniet van alle kleine geluksmomenten.

vrijdag 30 augustus 2013

Rennen...

Jullie geloven het vast niet, maar de planning was om te blijven hardlopen deze vakantie. Misschien geen drie keer in de week, maar één tot twee keer zou toch moeten lukken. Nou, mooi niet dus (en dat geloven jullie dan waarschijnlijk weer zonder slag of stoot, haha).
Mijn kleding en schoenen zijn in het Drentse geweest, maar hebben daar het daglicht niet gezien. Waarom zou ik tijd, die ik het liefst met het gezin door wil brengen, besteden aan hardlopen? Het kost me algauw een uur per keer.

Ik realiseer me dat het gevolg is dat ik nu echt weer aan de bak moet. Voor dat we weggingen had ik veel last van pijnlijke heupen en spieren, was het bij vlagen bloedheet en ontbrak de motivatie aan alle kanten. De pijnen en de hitte is nu niet meer zozeer aan de orde, maar die motivatie… die is nog niet echt terug.
Met mezelf heb ik afgesproken om zondag mijn schoenen weer op te zoeken en te gaan lopen. Ongeacht weer, fysieke gesteldheid of eventuele motivatie issues.

Op Twitter zag ik dat door het tijdschrift Libelle een Facebook community opgezet is, namelijk “Libelle loopt”. Vrouwen die (willen) hardlopen en daar over willen kletsen, tips & tricks willen delen en elkaar willen motiveren of juist motivatie zoeken.
Zojuist al zitten scrollen en er blijken veel vrouwen te zijn die gebruik maken van het programma van Evy. Ik dus ook. Ergens in maart ben ik begonnen met “Start to Run” en inmiddels ben ik over op het “Keep Running” programma.

Heb ik het eerste deel redelijk achter elkaar opgebouwd en doorgezet, nu ben ik al zo’n twee maanden bezig met de eerste vier lessen van “Keep Running”. Niet best te noemen.
De intervaltrainingen waarbij je je snelheid op moet voeren zijn dramatisch tot nu toe. Alsof ik nog nooit een meter hard heb gelopen, zo kom ik thuis. Tong op de grond van uitputting, blij dat ik kan gaan zitten. Veel liever loop ik dan gewoon dertig of veertig minuten achter elkaar.

Een paar weken geleden heb ik voor het eerst vijf kilometer gerend. Ondanks Evy’s belofte dat je aan het eind van “Start to Run” vijf kilometer kan lopen, had de belofte beter in kunnen houden dat je dertig minuten non-stop kunt hardlopen. Want Evy let namelijk niet op tempo, sterker nog, ze blijft er op hameren dat het geen wedstrijd betreft.
Voor mij was die vijf kilometer dan ook een echte mijlpaal. Wat voor belabberde tijd er ook aan gekoppeld is. Denk je maar eens in, er zijn zat mensen die helemaal niet van de bank afkomen.

Om die vijf kilometer te evenaren, verbeteren of qua tijd een nieuw record te vestigen zal ik toch weer wat actie moeten ondernemen.

De grote vraag is dan ook: Wie wil me zondagochtend die peptalk geven? Niet alleen om daadwerkelijk te gaan hardlopen, maar ook als extra steuntje in de rug tijdens het lopen? Want dat het afzien wordt, dat is wel zeker…

Vakantie!!!

Twee weken geleden schreef ik aan een vriendin: “(Almost) All my bags are packed, I’m ready to go”.

Vakantie, eindelijk!!! Het was op een maand na twee jaar geleden dat we vakantie gehad hadden. Echt vakantie bedoel ik dan. Jullie kennen het vast wel. Weg van huis, geen dagelijkse dingen, tot rust komen.

Om één of andere reden ben ik fan van Drenthe. Het landschap, de rust, de mensen… Dus riep ik op voorhand al dat ik mezelf onder een (hunnebed)steen zou begraven. Nu, dat is wonderwel gelukt. In Drenthe-land is, in ieder geval op de locatie waar wij gehuisvest waren, een 3G- of een fatsoenlijk WiFi-netwerk ver te zoeken.
Het toeval wil dat we begin dit jaar een leuke aanbieding zagen voor hetzelfde vakantiepark als we twee jaar geleden vertoefd hebben. Voordeel daarvan, je weet wat je kan verwachten van de vakantiewoningen. Maar blijkbaar is dat van de netwerkperikelen niet blijven hangen in mijn geheugen… Ach, zo heeft mijn telefoon ook weer eens uitgestaan en is die ook uitgerust.

Terugkomend op de vakantie! Met de wetenschap dat een vierpersoonshuisje ook groot genoeg zou zijn voor vier personen en nummer vijf in het kinderbedje, hebben we toch gekozen voor de iets duurdere zespersoons variant.
We wisten namelijk wat voor martelwerktuigen , genaamd banken, ons ouders te wachten stonden. Als we dan toch op een recht-op-zit-bank terecht komen, dan maar wel ieder zijn eigen. Zo was al snel het territorium in huis verdeeld. Manlief heeft een voorkeur qua ligging ten opzichte van de televisie (met hoofdkussen dit keer bij gebrek aan een fatsoenlijke hangbank) en uiteraard pas ik me daarop aan door hem zijn plekje te gunnen.

Bijkomend extra voordeel van het boeken van een groter huisje is het servies en bestek dat nu net wat meer aanwezig is. In plaats van één koekenpan hebben we, hoera, twee stuks tot onze beschikking. Altijd fijn als je én vlees wil én gebakken aardappeltjes. Je hoeft niet na elke maaltijd gelijk de vaatwasser aan te gooien om zo te voorkomen dat je je avondeten rechtstreeks uit de pan moet eten.
Overigens geldt dit niet voor aardappelschilmesjes. Help me onthouden dat ik bij een volgende vakantie er minimaal drie aanschaf en meeneem. Naast het feit dat ik dan niet mis kan grijpen kan ik er daadwerkelijk ook nog wat mee snijden. Het al aanwezige, botte, mesje is alleen nog maar geschikt voor overrijp fruit.

Vandaag zijn we thuisgekomen. De oudste twee kinderen zijn helemaal gesloopt door de vakantie. Bijna dagelijks in het zwembad, op de trampoline (in de eigen achtertuin), samen keten bij het naar bed gaan, naar het attractiepark in de buurt, de speelzolder, speeltuin enzovoort, het kost allemaal de nodige energie. Het tussentijds even opladen lijkt zonde van de tijd.  Het motto van de kinderen leek “meer, meer, MEER!”.

Ook onze jongste is druk geweest. Met papa en mama twee weken om haar heen was het duidelijk tijd om de grote sprongen te maken. Zitten, van zit naar kruip, optrekken tot staan, zelf een poging doen te drinken met de tuitbeker, hele potjes weg eten, erachter komen dat (soft)ijs lekker is, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Ze heeft grote vooruitgang geboekt, maar is aan de andere kant enorm gefrustreerd over de dingen die ze nog net niet kan.

Alle drie zijn ze dan ook ingestort zo rond een uur of zes vandaag. Bij het avondeten was het weinig eten en heel veel klieren. De grens van het toelaatbare is dik overschreden en voor half zeven lagen er drie kindjes op bed en in slaap.

Wij hebben onszelf maar eens verwend en een wokmenu opgehaald bij de plaatselijke Chinees. Dit hebben we heerlijk, in alle rust, opgegeten. En nu… genieten van onze eigen hangbank, een vaatwasser zonder kuren, een tv van meer dan 55 cm., een afstandsbediening die het gewoon doet en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Maar het allerbelangrijkst is, nagenieten van de prachtige twee weken die we doorgebracht hebben met zijn vijven.