donderdag 28 november 2013

Macaroniboogje!

Ken je dat? Er gaat iets mis in huis, er volgt een krachtterm en vervolgens hoor je een echo.

Om onduidelijke redenen kan je een kind proberen een woord aan te leren door te herhalen en herhalen en herhalen en dan misschien, na onnoemelijk veel herhalingen, volgt dan het beoogde woordje.

Roep je echter eens iets wat eigenlijk niet voor, pak ‘m beet, onder de 12 jaar bedoeld is, dan is er geen herhaling nodig.  Die oren die normaal dienst weigeren zijn dan eerder een soort radars geworden die alles oppakken.

Daar zit je dan als goede ouder en opvoeder, zelfs zonder publiek is het gênant.
Er gebeurt iets en zoonlief besluit, net als papa een ziekte ertegenaan te gooien. Uitleggen dat dat woord echt onder de categorie “Lelijke woorden” valt heeft niet tot gevolg dat het woord vergeten wordt. Integendeel!
Je ziet aan de ogen dat het opgeslagen wordt in een apart gedeelte van het geheugen. Daar waar nog meer “Lelijke woorden” op de chip terug te vinden zijn. Want al die woorden, die komen ooit een keer van pas. Waarschijnlijk worden we nog wel eens uitgenodigd op een 10-minuten gesprek ten gevolge van de verbale acties van onze knul.

Daarna volgt gelijk de opmerking dat papa het ook zegt en daar valt weinig tegenin te brengen. Behalve dan dat papa het ook niet mag zeggen. Maar om die met zijn 38ste nog eens op te gaan voeden, die taak ligt niet bij mij. Of wel?

Je hoort wel eens verhalen dat er voor elk scheldwoord een x bedrag gestort moet worden in een pot. Zoiets heb ik ook bedacht. Alleen geld leek me niet zo raadzaam. Als mijn vermoedens juist zijn zou dat namelijk betekenen dat we aan het einde van de week alleen nog maar droog brood kunnen eten. En om heel eerlijk te zijn trek ik daar toch wel een grens.
Dus… Wat zou een goed alternatief zijn? Rijstkorrels zijn te klein om een punt te maken en spaghetti te lastig. Uiteindelijk zijn het macaroniboogjes geworden. Het idee is eerst geopperd en werd met een schaapachtig lachje ontvangen. Gedeeld op zijn werk en daar hebben ze er heel hard om gelachen.
Uiteindelijk een week of drie later is het geïmplementeerd. Manlief heeft zelf mogen kiezen welk bakje / potje het zou worden. Bij de uitleg naar de kinderen toe heb ik gezegd dat we iets leuks gaan doen als ie vol zit. Uiteraard de vraag “wat dan?”. Bij “naar de McDonalds” begonnen twee snoetjes te glimmen. Ik gok, dat ze op heel veel gevloek en gescheld zitten te wachten.

Omdat de opvoeding in eerste instantie voor de kids bedoeld is hebben we wel een randvoorwaarde aan de boogjes verbonden. Als wij een lelijk woord zeggen gaat er een macaroniboogje in de pot, maar als de kinderen een lelijk woord zeggen dan halen we er één uit.

Nu maar afwachten hoe lang het duurt tot die gouden M in zicht komt…

donderdag 14 november 2013

Tatoeages

You hate em or you love em….

Niets is zo persoonlijk als lichaamsversiering, in welke vorm dan ook. Je uit jezelf. Door je kledingkeuze, schoenen, haarstijl en –kleur, nagels, gebruik van make-up, piercings en tatoeages.

Door de keuzes die je elke ochtend maakt, maar ook zeker de eenmalige keuzes en alles wat ertussenin ligt, laat je zien wie je bent en wat je wilt uitdragen.

Ik heb twee tatoeages, op dit moment. Als tiener was ik er al door gefascineerd, maar mijn ouders’ invloed was groot genoeg. Pas toen mijn vader overleed wilde ik definitief een tattoo. Om hem te gedenken. Voor mijn moeder was het slikken, anderen trokken hun wenkbrauwen op met grote vraagtekens in hun ogen, maar ik wist het zeker.

Hoe raar misschien, maar mijn eerste tatoeage is een afbeelding welke ik “gevonden” heb op internet. Het is een lijnenspel welke samen de vuurvogel ofwel Feniks laten zien. De mythologische vogel welke vooral bij het brede publiek bekend is geworden door Harry Potter.
Het symbool van herrijzen uit de eigen as. Ondanks dat ik geen lijn zelf ontworpen heb, heb ik geen minuut spijt van deze tattoo. Het staat voor mij voor het feit dat mijn vader op een bepaalde manier altijd bij me blijft.

Mijn tweede tatoeage is echter een compleet eigen ontwerp. Na de geboorte van onze tweede, en zoals we toen dachten laatste spruit, ben ik aan het tekenen geslagen. Het resultaat was een hart bestaande uit de twee sterrenbeeld symbolen. Hiermee draag ik de liefde uit die ik voor hen heb en hun eigen verbondenheid met elkaar door mij.

Ondanks dat dit hart getatoeëerd is aan de binnenzijde van mijn rechterpols zijn er genoeg mensen die een behoorlijke tijd nodig hebben om ‘m te ontdekken. En het is echt niet zo dat ik de tatoeage constant bedek met lange mouwen, nee hoor, ik ben er juist hartstikke trots op! Het is mijn schrijfarm, dus handen schudden, schrijven, dingen aanpakken, het gaat bijna allemaal met deze hand. Toch zien mensen het niet of veel later. Blijkbaar werkt het zo: hoe normaler je erover doet, hoe minder het anderen opvalt. Misschien goed om te weten voor de twijfelaars met betrekking tot de locatie van een tatoeage.
Overigens is het belangrijkst dat je je realiseert dat je een tattoo maar één keer kan laten zetten. De plaats kan dus maar beter echt zijn wat jij wilt. Dit plakplaatje gaat er niet zonder meer vanaf.

Ik schreef het al… Twee tatoeages, op dit moment. 

Twee van mijn kinderen zijn vereeuwigd op mijn lichaam. Ons aapje en haar brusje* verdienen net zo goed een plaatsje. Dus ben ik aan het denken, aan het tekenen, research aan het doen. Ook voor deze tatoeage wil ik zelf het ontwerp bedenken en waar mogelijk uitwerken. De plaats heb ik zo goed als bepaald, hoewel hierin nog wel een factor “vorm van het ontwerp” meespeelt.
Jammer genoeg zit ik alleen een beetje vast op het moment. Ik heb te veel opties in wat ik graag zou willen en wat ik erin verwerkt wil hebben. Aangezien het symbool moet staan en geen complete roman moet worden, zal ik nog flink moeten schetsen, gummen, bijschaven en opnieuw beginnen.

Uiteindelijk zal het vast een prachtontwerp worden, maar voor nu heb ik nog ruim de tijd om te sparen voor mijn eigen kunstwerkje. Wordt vervolgd…

woensdag 6 november 2013

Opbergsysteem

Op de woensdag en donderdag zijn de kinderen thuis. Geen BSO, KDV of andere opvang. Op de woensdag is het mama-dag en donderdag's is papa thuis.

Toch gaat vaak je tijd niet volledig uit naar de kinderen. Want hoe ideaal is het om overdag wat huishoudelijke dingen te doen en je hierdoor ’s avonds een keer echt ongegeneerd op de bank kan neerploffen.

In de wetenschap dat de was echt iets is waar manlief niets in ziet, is het naast mama-dag ook vaak wasdag. Of bedden-verschoon-dag (met als gevolg nog meer was) of strijk-dag.
En als ik dan nu opkijk en mijn gasfornuis en de achterwand eens bekijkt kruipt het schaamrood omhoog op mijn kaken.
Waar haal ik het idee vandaan dat ik een blog zou kunnen typen op dit moment? Oké, Aapje is al in bad geweest en ligt nu op bed. Onze Muis en Boef zitten op school en dat beddengoed zit in de wasmachine. Maar mijn keuken heeft dringend aandacht nodig van wat schoonmaakmiddelen. En draai ik mijn hoofd wat naar rechts, dan kijk ik de woonkamer in en word ik helemaal moedeloos…

Toch maar eerst die kop koffie. Inmiddels heb ik daar toch echt wel behoefte aan en om niet geheel niks te doen, multitask ik dit blog erbij.

Regelmatig vraag ik me af hoe andere ouders dit doen. Ouders die ook vier of meer dagen werken, kind(eren) en huishouden hebben, maar geen hulp voor het schoonmaken en / of opruimen.

Alle planningen die ik tot op heden bedacht heb, falen in de uitvoer. Er komt zoveel tussendoor dat het niet haalbaar lijkt. Als het toch eens lukt, dan is het vaak vijf minuten na thuiskomst van de kinderen alsof er weer een bom ontploft is. Hoe bedoel je: Eer van je werk?

Speelgoed-opruim-methoden zijn bij voorbaat kansloos. Het gaat een week goed. Die week is met zeer ruime marge genomen. Hierna zitten de bakken dusdanig vol dat de bijbehorende deksels er alleen voor sier naast liggen. 

Ons dressoir is voor éénderde eigendom van de kinderen. Eigenlijk zou ik er een foto van moeten maken en die bij dit blog plaatsen, maar dat zou een wel overduidelijk bewijs van ons “huishouden van Jan Steen” zijn. Om toch enige indicatie te geven. Er zijn dagen dat de dubbele deuren (zo’n 1 meter 20, twee planken) niet meer dicht willen. Of dat het levensgevaarlijk is voor ons jongste kruipende aapje als één van de anderen iets wil pakken. Ooit van instortingsgevaar gehoord?

Met de Sint in aantocht wordt het dan ook weer tijd voor een hele grote opruiming. Jammer genoeg weten kinderen er altijd precies uit te halen wat zijn laatste reis naar de kliko gemaakt heeft. “Mama, waar is … gebleven?”
En misschien wel nog erger, het antwoord “Dat weet ik niet.” volstaat niet meer. Kinderen van zes en bijna vijf weten precies wat er aan de hand is en kunnen dan ook woest worden. Vooral onze zoon de Hamsteraar. Die kan moeilijk afscheid nemen van mensen en spullen. Dit wordt later nog wel een dingetje als we hem tenminste niet terug willen zien in een programma zoals “Mijn leven in Puin”.

Misschien dat ik vandaag of in ieder geval deze week weer eens een nieuwe aanpak probeer. Samen met de kinderen het dressoir doorlopen en hen laten beslissen wat er weg mag. Gelijk maar wel erbij zeggen dat de tas / zak die ze krijgen vol moet. Anders ben ik bang dat er hele bergen naar de eigen kamers verdwijnen om vervolgens nog geen twee dagen later weer naar beneden gesjouwd te worden en weer in dezelfde kast te verdwijnen. Hoewel verdwijnen niet het juiste woord is, want dat zou ideaal zijn!

Voor iedereen die zich herkent in dit verhaal en DÉ oplossing al heeft gevonden, ik hou me zeer aanbevolen voor suggesties.