donderdag 24 juli 2014

Brokkenpiloot

brokkenpiloot 
´ brok - ken - pi - loot 
de -woord (mannelijk) 
brokkenpiloten 
veel ongelukken veroorzakende vliegenier; bij uitbreiding brokkenmaker 

Oké helder. En ik heb er dus twee in huis. Of misschien wel meer, maar die hebben tot op heden hun ware identiteit nog niet prijsgegeven.

klauteren
´ klau - te - ren
( klauterde, h. en is geklauterd)
met inspanning klimmen 
Ook twee van in huis, maar waarvan één met toch minder geschikt schoeisel. Met slippers aan is nog nooit een bergbeklimmer op de top van de Mount Everest gekomen. En zoonlief dus ook niet bovenin het klimrek.

tandeloos 
´ tan - de - loos 
bijvoeglijk naamwoord 
zonder tanden 

Zo erg is het gelukkig niet, maar wederom zaten we bij de tandarts. Het ventje heeft er maanden over gedaan om überhaupt wat tanden door te krijgen. Deed toen een poging om ze terug in de kaak te krijgen wat half lukte (net als zijn moeder ooit wel helemaal gelukt is) en nu even dwars door de lip (ook hierin lijkt hij precies op zijn moeder). Gelukkig alles op zijn plek en lijkt er niks beschadigd.

spillebeen
´ spil - le - been
spillebenen
1 het -woord lang, dun been;
2 de -woord persoon met spillebenen 
Heeft onze oudste in het bezit. Menig vrouw zou trots zijn op de beenlengte die zij bezit. Dat wordt straks wat als ze volwassen is en killer heels draagt. Alleen hoe meer been, des te groter de kans op beschadiging. En dat gebeurde daags na de tandenactie van zoonlief. Tijdens een sportdag op de buitenschoolse. Want sporten is zo gezond…
EHBO is eraan te pas gekomen en hebben ons hoopje ellende verzorgd. Droog gaas, dus bij het verschonen werd de boel weer open getrokken. Vriendin S. maar even om hulp gevraagd want voor het eerst in zeven jaar tijd trok deze mama de EHBO-kit eens open. Logisch nadenken is soms ook voor moeders lastig.

kleinzerig
klein´ ze - rig
bijvoeglijk naamwoord en bijwoord
bang voor pijn; figuurlijk gauw geprikkeld, kleine onaangenaamheden zich zeer aantrekkend;
klein´ ze - rig - heid
de -woord (vrouwelijk) 
Hiervan heb ik er dus, minimaal, één in huis. Maar dan net op het verkeerde vlak. Knie ligt in puin, maar het eraf halen van een simpele pleister veroorzaakt een gegil en geschreeuw. Hoewel bij het verwijderen van het gaas (zie hierboven) bijna geen kik gegeven werd.

Het scheelde een haar of de buurman had aangebeld of alles wel helemaal in orde was. Nou, met deze mama in ieder geval bijna niet.

stokdoof 
´ stok - doof 
bijvoeglijk naamwoord 
geheel doof 

Dat werd ik er haast van. Gekrijs rechtstreeks in het oor is niet bevorderlijk voor je gestel en gemoed. Elke volgende stap qua wondverzorging gebeurde vanaf dat moment met aarzeling en dat voelde ze haarfijn aan. En gebruikte ze. De zieligheid druipt er sinds dat moment vanaf.

Waar zoonlief nu vergeet om pijn te hebben, buit dochterlief het uit tot en met. Manke Nel is “in tha house!”

Dochter vanavond zonder verbandje of gaasje het bed in. De wond begint eindelijk te drogen en daar maken we dankbaar gebruik van. Kom maar op met die korst. Zij ziet het somberder in en ziet duizend beren op de weg. Waarbij het "hoe vies wordt mijn laken" nog wel het grootste issue is.

Zoon heeft een flinke bult / blaas aan de binnenzijde van zijn lip. Moet daar ook echt last van hebben, en hem hoor je daar dus niet over.

En dat… dat is nu een echte

bikkel 
´ bik - kel 
de -woord (mannelijk) 
bikkels 
kootbeentje van schapenpoot (of daarop gelijkend metalen voorwerp) als speelgoed: zo hard als een bikkel 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten